שַׁבָּת

Sjabbát


De sjabbat neemt een heel belangrijke plaats in in het joodse leven. Naar het vierde gebod (Ex. 20:8-11, Deut. 5:12-15) wordt deze dag geheiligd, apart-gezet. Onder andere door ‘niet-werken’, maar belangrijker is wat er positief gedaan wordt op deze dag, die telkens weer rust- en hoogtepunt van de week mag zijn.


De sjabbat begint op vrijdagavond, op het tijdstip dat er drie sterren aan de hemel zichtbaar (zouden) zijn. Zij wordt verwelkomd in de synagoge, en als een Bruid en een Koningin begroet. Men zingt:

Kom, mijn vriend, de Bruid tegemoet!
Laat ons de sjabbat begroeten!

De sjabbat wordt toegezongen:

Treed binnen in vrede, gij sieraad van uw man;
treed binnen in vrede en jubel;
bij de getrouwen van Israël, het eigene volk,
treed binnen, o Bruid, treed hier binnen!’


Ondertussen is/wordt thuis gezorgd dat alles klaar is voor het sjabbatsmaal. De tafel wordt gedekt met een glanzend wit tafellaken. Daarop komen in elk geval een kandelaar met kaarsen, een schaal of mandje met sjabbatbroden met daar­over een kleedje, een karaf wijn en (zilveren) bekertjes, en een zoutvaatje.


Het is de taak van de vrouw om de sjabbatkaarsen aan te steken; daarmee wordt de sjabbat thuis ingeluid. Evt. kunnen ook meisjes een kaars aansteken en daarmee actief deel­nemen aan de sjabbat-inwijding. ‘Het is de vrouw, van wie het joodse licht straalt, dus steekt zij de kaarsen aan’!


Voor de maaltijd wordt bijzonder brood gebruikt, de challa (חַלָּה). Dat ligt eerst onder een kleedje, het ‘challe-kleedje’, dat vaak opgesierd is met tekst en/of emblemen. De challot (meervoud van challa) zijn gevlochten broden, waarvan er op sjabbatavond twee op tafel liggen - als een verwijzing naar het manna dat er voor de sjabbat twee keer zoveel was als normaal. Het kleedje eroverheen wijst naar het manna, dat bedekt was door een laag dauw.


De maaltijd begint met qiddoesj (קִדּוּשׁ), de ‘heiliging’. Met een tot de rand met wijn gevulde beker op de palm van de rechterhand citeert de gastheer Genesis 1:31-2:4, en daarna een zegenspreuk over de wijn en over de sjabbat. En ieder zegt ‘amen’. Dan drinkt hij uit de beker, meer dan de helft, en laat hem daarna rondgaan.

Daarna volgt het ritueel handen-wassen, waarna niets wordt gezegd tot het volgende onderdeel: De beide gevlochten broden opgenomen, en wordt God gedankt, ‘die het brood uit de aarde doet voortkomen’. Dan wordt van één van de broden rondgedeeld. De gastheer breekt of snijdt er stukjes af die hij in het zout doopt (vgl. Lev. 2:13) en aan ieder uitdeelt. De maaltijd die dan volgt duurt door­gaans enkele uren.


voor de afsluiting van de sjabbat, zie: havdala
voor de parasja en haftara per sjabbat, zie: lezingen
zie ook artikelen in ‘Vrede over Israël’:
Sjabbat en Zondag, een paar apart
Sjabbat, de koningin der dagen
Sjabbat in Israël
Sjabbat bij Messias-belijdende Joden