Grenzen, bronnen en generaties


Als voorzitter van het Centrum voor Israëlstudies heb ik afgelopen juni de 71ste jaar­vergadering van de International Council of Christians and Jews (ICCJ) bijgewoond. Met meer dan 150 gedelegeerden uit dertig landen – van Italië tot Brazilië, van Canada tot het Vaticaan en van Australië tot Slowakije - kwamen we samen in Boedapest.


De ICCJ is ontstaan na een eerste naoorlogse bijeenkomst van joodse en christelijke leiders in Oxford (Engeland) in 1946 en kreeg een jaar later een officieel vervolg tijdens een conferentie in Seelisberg (Zwitserland). Doel: het bestrijden van het antisemitisme en het aanknopen van betere relaties tussen christenen en joden. Nu verenigt de raad 40 nationale organisaties die zich bezighouden met de joods-christelijke dialoog.

Sessies en workshops

Dit jaar was voor de conferentie als overkoepelend thema gekozen voor ‘Naar verzoening in een gebroken wereld’. In plenaire sessies en tijdens workshops werd een hele reeks deelonderwerpen aan de orde gesteld, variërend van de betekenis van het begrip ‘verzoening’ in christendom en jodendom, tot en met ‘religieus fundamen­talisme en politiek extremisme’.


Voor mij sprong de workshop ‘Jewish Scholars and the New Testament’ er uit. De Amerikaanse rabbijn David Sandmel, zelf betrokken bij de uitgave van de Jewish Annotated New Testament, gaf een boeiende en voor mij soms ook verrassende in­leiding over de geschiedenis van de joods-wetenschappelijke belangstelling voor het Nieuwe Testament. ‘Kijk,’ zei hij, ‘het Nieuwe Testament is misschien een christelijk boek, maar het is geschreven door joden. Christenen kunnen zich daaraan niet ont­trekken en joden kunnen deze bronnen niet blijven negeren.’


De Jewish Annotated New Testament, waarin het Nieuwe Testament wordt verklaard in de context van de Tweede Tempelperiode, daarbij soms ook gebruik makend van rabbijnse literatuur, laat zien hoeveel joodse wetenschappers vanuit zowel orthodoxe, conservatieve als reformstromingen zich inmiddels met de bestudering van het Nieuwe Testament bezighouden. Een bijzondere ontwikkeling!

Ontmoeting

Misschien nog wel belangrijker dan de presentaties op een conferentie als deze, zijn de onderlinge gesprekken. Tijdens de sessies, in de pauzes en op andere momenten. Het is stimulerend om mensen uit verschillende landen en contexten te ontmoeten. De onder­onsjes in de wandelgangen en tijdens de maaltijden geven boeiende inkijkjes in de mooie en tegelijk vaak ook moeizame ontmoeting tussen christenen en joden.

Bewust maken

Wat mijzelf daarbij wel weer opviel, was dat generatiegenoten vrijwel ontbraken. Door mijn aanwezigheid daalde de gemiddelde leeftijd behoorlijk. Het aantal deel­nemers jonger dan veertig jaar, viel op één hand te tellen. Ruim twee jaar geleden schreef drs. Andries Knevel in Verbonden (jrg. 60 nr. 2), dat naar zijn vermoeden het bezig zijn met Israël ‘zo langzamerhand een hobby (of moet ik zeggen roeping) voor oudere mannen en vrouwen is geworden.’


Deze conferentie was voor mij een illustratie van die woorden en uit de gesprekken bleek dat de hoge leeftijd van veel congresdeelnemers ook een afspiegeling is van wat deel­nemende organisaties aan de ICCJ in eigen land meemaken. Voor de joods-christelijke dialoog blijkt bij jongeren over het algemeen weinig interesse te zijn.


Hector Acero Ferrer uit Canada gaf in zijn bijdrage aan, dat daar een belangrijke taak ligt voor de oudere generatie. Zij wordt geroepen om aan de nieuwe generaties duidelijk te maken wat het nut is van de joods-christelijke dialoog. ‘Het onderwerp van de joods-christelijke dialoog, moet het belang zijn van de joods-christelijke dialoog,’ zei hij treffend. Daar moet het inderdaad telkens weer beginnen. Bij het aangrijpen van alle mogelijkheden om ook de komende generaties bewust te (blijven) maken van de unieke band die wij als christenen met joden hebben!

Ds. Jacco Overeem is voorzitter van het CIS

drs. Jacco Overeem
Verbonden jrg. 62 nr. 4 (nov. 2018)
www.kerkenisrael.nl/verbonden

verbonden