Voorgoed verbonden;
visie op de relatie tussen Kerk en Israël in tien punten

5.
De levende en wezenlijke verbondenheid van de kerk met Israël vraagt erom samen te luisteren naar de Schriften.
Zoals het Oude Testament niet volkomen kan worden begrepen zonder het Nieuwe, zo het Nieuwe niet zonder het Oude.

Eén Bijbel

Het Oude en het Nieuwe Testament vormen samen de Bijbel. Bij het begrijpen van het Oude Testament hebben we het Nieuwe Testament nodig. De lijnen van Gods plan lopen van het Oude Testament door in het Nieuwe Testament met als brandpunt Gods werk in Jezus Christus.


Het omgekeerde is daarom ook waar: zonder de beloften van God in het Oude Testament als achtergrond is het Nieuwe Testament niet goed te begrijpen. Wat God heeft gedaan in zijn Zoon is de vervulling van wat in het Oude Testament is beloofd.


Met de komst van het nieuwe verbond is de kerk uit de heidenen tot stand gekomen: de deur van Gods heil ging open voor de volken. Ook zij mogen dan delen in het heil. Maar de kerk staat wel in een andere verhouding tot het Oude Testament dan Israël. De kerk uit de heidenen komt van buitenaf naar het Oude Testament toe. Hoewel niet-Joden, anders dan Israël,57 oorspronkelijk buiten het verbond stonden,58 mogen zij nu ook door Jezus Christus toetreden tot het verbond van God.

Luisteren

Om zowel het Oude als het Nieuwe Testament te begrijpen moeten we voor ogen houden dat de Bijbel door God gegeven is en niet is opgekomen vanuit Israël of vanuit de gemeente van het Nieuwe Testament. Ze komt van de andere kant. De kerk belijdt dat Gods Woord niet uit de wil van mensen is voortgekomen, maar dat mensen van Godswege gesproken hebben, gedreven door de heilige Geest.59 Romeinen 3:2 zegt dat de woorden van God aan Israël zijn toevertrouwd. Daarin was de Here dus de handelende persoon. Zo is ook Jezus, de Messias van Israël, Gods gave aan Israël. Het komt erop aan dat Israël en de kerk allebei luisteren naar wat van Godswege gezegd wordt. Dat spreekt al uit de oude belijdenis van Israël: ‘Hoor, Israël: de HERE is onze God; de HERE is één!’60


Het begrijpen van de Schrift is een voortdurende worsteling. We moeten altijd de Schrift zelf laten spreken. Wij doen aan Gods spreken recht door eerbiedig te luisteren. Luisteren is dan om te beginnen de Schrift uit laten spreken: niet te snel denken dat je wel weet wat er staat. Israël en de kerk moeten samen luisteren naar het ene Woord van het Oude en het Nieuwe Testament, die op elkaar betrokken zijn. In dat luisteren hebben beiden elkaar nodig. Harten worden brandend als de Schriften opengaan.61 Ze gaan open waar de Christus van de Schriften ontdekt wordt, in het Oude en het Nieuwe Testament. Hij is de beloofde en gekomen Messias.




Bijbelplaatsen

59 NGB art. 3; 2 Petr. 1:21
> <