Wegbereiders voor de Messias

Maimonides over de volkeren in de eindtijd


Maimonides was een van de grootste joodse denkers uit de geschiedenis. Zijn tijd en zijn wereld staan echter zo ver af van de onze, dat het goed mogelijk is dat veel mensen in Nederland nog nooit van hem gehoord hebben - of niet meer van hem weten dan zijn naam. Met die naam is het wat ingewikkeld. Hij heette eigenlijk Mozes - of Moshe - ben Maimon: de zoon van Maimon. Heel vaak wordt alleen ‘zoon van Maimon’ gezegd, op z’n middeleeuws ‘Maimonides’. En in joodse geschriften wordt hij meestal Rambam genoemd, een afkorting van R(abbi) M(oshe) B(en) M(aimon). Wanneer men leest, wat hij gedaan en geschreven heeft, zou men kunnen denken, dat het gaat over een hele academie van geleerden: het lijkt te veel voor één mens. ‘Hij was de voortreffelijkste geneesheer van zijn tijd, de meest creatieve rabbijnse geleerde van het millennium, een baanbrekend filosoof, een opmerkelijk wiskundige, bioloog en jurist, een autoriteit en wegbereider op het gebied van de vergelijkende godsdienstwetenschap.’

Het leven van Maimonides

De ‘Rambam’ werd geboren in het zuiden van Spanje, in de toenmalige hoofdstad Cordova, in het jaar 1135. Bij ons begonnen de Middeleeuwen net zo’n beetje op gang te komen; in Spanje was het de tijd van de hoogste ontwikkeling van het Moorse rijk. De Moren waren Moslims. Ze hadden al meerdere eeuwen in Spanje gewoond en geheerst, in welke tijd een grote culturele bloei bereikt werd. Wel was het rijk in een voortdurende strijd gewikkeld met de zich langzaam uitbreidende nieuwe christelijke rijken in het noorden: daaruit ontstond Spanje. Voor de Joden was die tijd van Moslim-overheersing over het algemeen een goede tijd. Ze hadden veel rechten, vervulden soms hoge posten - en mochten hun geloof uitoefenen zonder veel beperkingen. Daarbij waren ze dus deel van de Arabische cultuur: ze spraken en schreven Arabisch, en ze waren met de Islam meer vertrouwd dan met het Christendom. Maimonides bleef ongeveer zijn hele leven in diezelfde wereld, hoewel hij toch veel gereisd heeft. Toen hij dertien jaar oud was, werd Cordova veroverd door ‘andere’ Moslims, de Almohaden, een Berberstam uit Noord-Afrika, die we in onze tijd ‘fundamentalisten’ zouden noemen. Ze stelden de niet-moslims in hun machtsgebied voor de eenvoudige keus: Moslim worden of eruit. De familie van Maimon, Moshes vader, vluchtte.

Ze woonden op verschillende plaatsen, en na een aantal jaren van zwerven komen we de familie weer tegen in Fez, een van de belangrijkste plaatsen in Marokko.

In 1165 reisden ze verder, ook weer wegens dreigende vervolgingen. Ze voeren naar Akko, toen de grootste havenstad van het ‘Heilige Land’, waar de kruisvaarders heersten. Dit was de enige keer in Maimonides leven, dat hij leefde onder een christelijk overheid, al was het dan in een zeer bijzonder land, waarin de meerderheid uit Moslims bestond. Maimonides bezocht de heilige plaatsen: Jeruzalem en het graf van de aartsvaders in Hebron. Blijven kon hij niet, daarom ging de reis verder naar Egypte. Moshe ben Maimon studeerde meerdere jaren en werd later arts. Dat lag niet zonder meer voor de hand. Hij had ook rabbijn kunnen worden of op een andere manier zijn filosofische en joodse kennis kunnen leven, maar dat wilde hij niet. Ook als arts ging het hem zeer goed. Hij werd beroemd en bracht het tot arts aan het hof van de beroemde Saladin.

Gids voor de ‘verdoolden’

Maimonides was toen al een grote beroemdheid. Vooral als arts, maar ook als kenner van de joodse traditie: hij heeft ongelofelijk veel geschreven over het Jodendom en over filosofie. Hij werd leider van de joodse gemeente in Fostat, en was een van de feitelijke leiders van de wereldwijde joodse gemeenschap.

Brieven schreef hij ook, wanneer zijn mening werd gevraagd in zeer uiteenlopende problemen door gemeenschappen van de joden in verre landen. En hij schreef commentaren op oudere werken, zoals dat in het jodendom gebruikelijk was en is.

Enkele van zijn grotere werken moet ik ook even noemen. Zo is er de Mishne Tora, waarin hij probeerde, alle joodse wetten systematisch weer te geven. Het is een oud probleem in het jodendom: de wetten en regels staan in de Talmoed, en dat zijn niet alleen zeer dikke boeken, maar er wordt in besproken en bediscussieerd op een zo uitvoerige manier, dat je niet snel even iets kunt nakijken. De beslissingen, regels en meningen hebben zich ontwikkeld, het is allemaal gegroeid, en dat is zeer interessant en mooi, maar je moet zulke werken goed kennen om te weten, waar je wat kunt vinden. Dat wilde Maimonides verbeteren door alles keurig bij elkaar te zetten wat bij elkaar hoort. Hij was de eerste die dat zo probeerde; later kwamen meer zulke werken. Sommigen stelden dit op hoge prijs, en het boek kwam in hoog aanzien, maar er kwamen ook bezwaren: het leek wel, vond men, of die Maimonides het bestuderen van de Talmoed overbodig wilde maken. Verder hakte hij soms eigenmachtig knopen door, waar in de Talmoed dingen werden open gelaten - of waar een beslissing niet duidelijk was.

Een tweede belangrijk werk is er de ‘Gids voor de Verdoolden’, een boek dat - de naam zegt het al - de mensen wilde helpen, die aan het twijfelen waren geraakt onder invloed van de vele nieuwe denkbeelden, waar men in die tijd mee te maken kreeg. Maimonides wilde voor zulke problemen oplossingen aanreiken, en wel door aan te tonen dat godsdienst en wetenschap niet met elkaar in tegenspraak zijn.

Zelf was Maimonides ook niet werkelijk bang voor nieuwe ideeën. Dat bleek ook wel uit zijn boeken, en het is in latere tijd reden geweest voor veel meningsverschillen. Eigenlijk is Maimonides tegenwoordig te groot en te belangrijk om werkelijk omstreden te zijn. Zijn positie is geen voorwerp van discussie, hij is ook door het zeer orthodoxe jodendom aanvaard, maar niettemin: er is veel over hem te zeggen, en zijn meningen zijn nog altijd duidelijk genoeg om zich ook tegen af te zetten. Maimonides vond de filosofie ook belangrijk: hij was diep onder de indruk van de gedachten van de Griekse wijsgeer Aristoteles, en diens denken bereikte via de weg van Maimonides de middeleeuwse christelijke denkers. In zekere zin was hij een verlicht geleerde, die zich niet kon voorstellen, dat er tussen godsdienst en wetenschap werkelijke verschillen zouden bestaan: het gaat beide om de waarheid, en dan kan er niet wezenlijk een probleem zijn.

Maimonides over de komst van de Messias

Dat vast willen houden van beide geloof en wetenschap is te merken op vele gebieden, maar wel heel duidelijk in het denken van Maimonides over de toekomst: en daarom gaat het hier uiteindelijk.

Kort en eenvoudig is de ‘geloofsbelijdenis’ van Maimonides. Hij stelde deze op (of de belijdenis werd later door anderen opgesteld) om de hoofdinhoud van het joodse geloof kort weer te geven. Het stuk werd later opgenomen in het joodse gebedenboek, en maakt deel uit van de dagelijkse gebeden. Het bestaat uit dertien punten, begint met het geloof in God en noemt ook het geloof in de wet en de profeten. (Die dertien punten hoef ik niet allemaal te noemen. U vindt ze heel makkelijk in het ‘Vrede over Israël’-boekje van februari 1997 (41e jaargang, nr 1/2), in een artikel van Ds. H. Biesma, blz. 33.)

Het elfde punt is geloof in vergelding in deze en in de komende wereld, het twaalfde het geloof in de komst van de Messias, en het dertiende de opstanding der doden.

De komst van de Messias. Dat klinkt ons bekend in de oren, maar het is niet zo simpel als het lijkt. Over de Messias wordt in het jodendom heel verschillend gedacht. Maimonides opvattingen zijn voor ons nog wel zo herkenbaar, dat hij ervan uit gaat dat de Messias een persoon zal zijn. Hij noemt ook de belangrijkste gebeurtenissen, waarvan in het jodendom vrij algemeen wordt aangenomen, dat ze horen bij de tijd van de Messias: het koningshuis van David zal in ere hersteld worden, de tempel wordt herbouwd en de over de wereld verstrooide Joden zullen verzameld worden. Verder zullen alle geboden gehouden worden, ook die van de offerdienst in de tempel, het sabbat- en het jubeljaar. Maar Maimonides is in zijn verwachtingen toch zeer voorzichtig. Al deze genoemde daden van de Messias hebben volgens hem namelijk niets bovennatuurlijks of wonderlijks. De wereld blijft gewoon zoals ze was en er zijn geen andere tekenen dan de genoemde. Of iemand de Messias is, moet eenvoudig blijken uit de feiten. U merkt: Maimonides is bang voor overspanning: hij kende uit de geschiedenis wel wat gevaren van te hoge verwachtingen en de daaropvolgende teleurstelling. Alle verdere speculaties moeten dan ook maar vermeden worden, zoals over de vraag naar de komst van Elia (ook ons Christenen welbekend) of naar de precieze tijd van de komst van de Messias. Het gaat om dit éne, dat men de Tora zal kunnen bestuderen en daarnaar handelen. De Messias, als gezalfde koning, zal lang regeren, maar dan sterven en opgevolgd worden door zijn zoon - en zo zal de dynastie worden voortgezet.

Onduidelijkheid over de opstanding der doden?

Over de opstanding der doden dacht Maimonides ook niet zoals wij. Extra lastig is, dat hij niet altijd precies hetzelfde zegt - een moeilijkheid, die ook binnen het jodendom is opgemerkt, en die Maimonides heel wat last bezorgd heeft. Men vond, dat hij niet helder genoeg over de opstanding had geschreven in zijn grote werk Mishne Tora: de nadruk ligt daar op de onsterfelijkheid van de ziel. Maimonides schreef toen een ‘Brief over de Opstanding der Doden’, waarin hij zich verdedigde tegen allerlei vragen. Hij benadrukt dat hij wel degelijk gelooft in de opstanding.... en toch is met die bewering nog niet alles helder. De opstanding zal namelijk plaats hebben in de Messiaanse tijd, maar dat is nog niet het eind van de tijd: het duurt nog, de wereld is nog heel gewoon aards. Ook de opgestane mensen zullen later weer sterven, gelooft Maimonides, en uiteindelijk gaat het toch om de ziel, om een zuiver geestelijk bestaan. Het paradijs is een geestelijke gemeenschap met God, net zoals het allesbepalende van de hel de vervreemding van God is.

U merkt: in het jodendom is het met dat denken over de toekomst ook niet zo eenvoudig. Om te begrijpen wat er bedoeld wordt, moeten we er goed op letten, dat alle begrippen net weer even anders heten en verschillend gebruikt worden dan in het christendom. De komst van de Messias is niet het einde, en dus met de wederkomst van Christus ook niet zo makkelijk gelijk te stellen als soms gebeurt, en ook de opstanding der doden heeft ( in ieder geval bij Maimonides) een andere betekenis dan bij ons, omdat de plaats in de tijd verschillend is. Overigens waren velen het met Maimonides ook na zijn brief helemaal niet eens. ‘Hij ontkent weliswaar niet de opstanding,’ zei zijn tijdgenoot en mede-filosoof Nachmanides, ‘maar hij verandert grondig de betekenis van de opstanding...’ En zelf hield hij eraan vast, dat in de komende wereld de mensen een lichaam zullen hebben.

Christenen en Moslims

Dan komt er nog iets anders bij, namelijk de plaats van de ‘volkeren’, de niet-Joden.

Daar is het belangrijk, dat Maimonides, zoals overigens de meeste Joden, duidelijk onderscheidt tussen Christenen en Moslims enerzijds en aan de andere kant de ‘heidenen’. Hij kent aan Christenen en Moslims ook een zekere functie toe, de volkeren van de wereld een paar stappen in de goede richting te brengen: ‘Al die dingen, die met Jezus van Nazareth en met de Ismaëliet die na hem kwam (Mohammed) in verbinding staan, dienen er slechts toe, de weg voor de koning Messias te bereiden en de hele wereld voor te bereiden op te eensgezinde aanbidding van God, zoals geschreven staat: ‘Maar dan zal ik den volken andere, reine lippen geven, opdat zij allen de naam des Heren aanroepen; opdat zij Hem dienen met eenparige schouder.’ (Zefanja 3,9)

De vergelijking tussen Christenen en Moslims is ingewikkeld. De Moslims hebben volgens Maimonides veel op het Christendom voor, omdat ze zonder twijfel slechts één God dienen. Dat is voor ons altijd moeilijk voor te stellen, maar vrij algemeen hebben Joden en Moslims veel problemen met de Drie-eenheid - en met dat, wat ze op afbeeldingen waarnemen: Christenen willen God dienen, maar ook Jezus, en ook (zeker in de kerken van de middeleeuwen) Maria. Men weet dan niet zo precies, hoe dat nu zit: dienen ze de God van Israël, of zijn ze eigenlijk afgodendienaars? Meestal neigt men naar het laatste antwoord.

Maimonides ziet echter ook in het Christendom een belangrijk voordeel, omdat het in tegenstelling met de Islam de Hebreeuwse Bijbel, het Oude Testament, erkent - en de Joden niet beschuldigt, de Schrift vervalst te hebben.

Niettemin, zoals moeilijk anders te verwachten is in de tijd, waarin Maimonides leefde, hebben de vervolgingen door Moslims en Christenen hun sporen wel bij hem nagelaten, en over Jezus merkt hij op, dat alle profeten het heil voor Israël in de tijd van de Messias voorzegd hebben - en Jezus en zijn navolgers hebben het volk vervolgd, verstrooid en vernederd. Met andere woorden: hoe kan hij dan de Messias zijn?

De volkeren en de ‘Komende Wereld’

Niet helemaal duidelijk is, wat de verwachtingen zijn van Maimonides met betrekking tot de volkeren in de Messiaanse tijd. Volgens sommigen gelooft hij dat God dan door alle mensen, niet alleen door het weer naar Zion teruggekeerde Israël, gediend zou worden. Maar wat is ‘dienen’? Gaat het dan om een erkennen van het feit, dat de Here de ware God is, of zullen de heidenen, de christenen en de moslims dan ook de Tora aannemen en naar alle geboden leven? Wanneer dat laatste het geval zou zijn, zou in feite het verschil tussen Israël en de volkeren wegvallen, en dat is niet een opvatting, die algemeen verbreid is in het jodendom.

Dat heeft ook betekenis voor de ‘Komende Wereld’, de toekomst van God. Traditioneel is er in het Jodendom ook plaats voor de ‘rechtvaardigen uit de volkeren’. Die zijn er, daar wordt eigenlijk nooit aan getwijfeld. Maar hoeveel zijn het er? Het zijn de mensen, die zich houden aan de zogenaamde ‘geboden van de zonen van Noach’, zeven ethische basisregels, die voor de heidenen voldoende zijn. Maar soms had men binnen het jodendom de indruk, dat er niet zoveel mensen waren, die tot deze ‘rechtvaardigen’ gerekend konden worden. Het lijkt er soms op, dat Maimonides ruimere opvattingen had: vooral is dat zo, wanneer sprake is van het algemeen dienen van God en leven naar de Tora in de Messiaanse tijd.


Maimonides stierf in 1204. In de gehele joodse wereld werd gerouwd, en in Fostat deden ook de Arabieren daaraan mee. Men las I Samuël 4,22: Weg is de eer uit Israël. Het lichaam van Maimonides werd overgebracht naar Tiberias, een van de heilige steden in het Land van Israël, waar het nog altijd te zien is.


Zo beschrijft A.J. Heschel de veelzijdige kennis van Maimonides in het boek Onzekerheid in vrijheid, Houten 1989, blz. 326.


Ik heb voor dit artikel gebruik gemaakt van naslagwerken en kleinere artikelen. Het meest uitgesproken over dit onderwerp gaan twee artikelen in Ter Herkenning, 21e jaargang, van M. van Loopik in nr. 1 (Maimonides over de Tora, Israël en de volkeren) en van W.C. Delsman in nr. 4 (Maimonides over Jezus en Mohammed). Het aardigste boek over Maimonides dat ik ken is alleen in het Engels te krijgen: A.J.Heschel, Maimonides (New York, 1982)

drs. Rien van der Vegt
Vrede over Israël jrg. 43 nr. 5 (dec. 1999)
www.kerkenisrael.nl/vrede-over-israel

vrede-over-israel