De Millenniumwisseling in Israël

Het kalender-probleem

Ook aan Israël is de millennium-wisseling niet geheel ongemerkt voorbijgegaan, hoewel dit niet zo vanzelfsprekend is als men wel zou denken.

Sinds het christendom de dominante wereldcultuur is geworden, houdt men zich vrijwel op de hele aardbol aan de door Paus Gregorius XIII in 1582 hervormde zonnekalender, die berust op het tropische jaar. Voor een land als Israël beginnen hier de problemen met de millenniumwisseling. In Israël domineren immers het Jodendom en de Islam.

In beide religies en culturen hanteert men een eigen kalender. De Islamieten, met hun maanjaar, die tellen vanaf het ontstaan van hun religie, zijn nog lang niet aan het jaar 2000 toe. De Joden, die hun jaren tellen vanaf de schepping van de wereld, leven sinds 11 september j.l. in het jaar 5760. In principe hadden zowel de Arabische bevolking, die in hoofdzaak islamitisch is, als de joodse bevolking niets te vieren.

Slechts voor de minderheid in het land, voor Arabische christenen en voor christenen uit andere delen van de wereld die hier wonen of als toerist het land bezochten, viel er wat te gedenken of te vieren. Dat laatste, omdat christenen de gangbare telling verbinden met de geboorte van Christus, om en nabij 2000 jaar geleden, en omdat de rooms-katholieke kerk een stelsel heeft ontwikkeld van heilige jaren en het besluit uitgevaardigd had om het jaar 2000 als een Jubeljaar te vieren.

Evenwel, ook voor christenen leverde de kalender de nodige problemen op. Het religieuze jaar begint binnen de onderscheiden christelijke tradities op verschillende tijden. Voor de oriëntaalse en grieks-orthodoxe kerken begon het nieuwe jaar tegelijk met het joodse nieuwjaar. Voor de rooms-katholieken en protestanten begon het religieuze jaar met de eerste zondag van Advent, terwijl de Armeniërs in Israël de Juliaanse kalender in acht nemen. Voor hen begon het nieuwe jaar pas op 19 januari. Er werden derhalve in christelijke kring op heel verschillende tijden millenniumwisselingen gevierd.

Toch bleek de over de hele aarde gehanteerde kalender met z’n jaarwisseling van 31 december naar 1 januari onontwijkbaar en werd in ieder geval in christelijke kring aan dacht aan de millennium-wisseling geschonken. Daarbij deed zich voor religieuze Joden een nieuw probleem voor.

Jeruzalem, een oase van rust

De millenniumwisseling viel op erev-sabbat, de avond waarop men in de joodse gemeenschap de sabbat begroet, en 1 januari was derhalve een sabbatdag. Hoewel er in een stad als Jeruzalem van een door religieuze Joden gevierd oud en nieuw op 31 december en 1 januari eigenlijk nooit sprake is - het is immers hun jaarwisseling niet - kon er uitgerekend bij de millenniumwisseling helemaal geen aandacht aan worden geschonken. Vuur(werk) ontsteken behoort tot de uitdrukkelijke verboden op sabbat. Bij traditionele Joden kreeg de gebruikelijke maaltijd op erev-sabbat een wat extra feestelijk tintje en gaf men uiting aan de hoop dat in het nieuwe millennium vrede en verzoening meer gestalte zouden krijgen. De religieus meelevende Joden hielden hun sabbatsmaal op gebruikelijke wijze en bereid den zich voor op de leerhuisactiviteiten in de synagoge die samenhangen met de sabbat. Het joodse religieuze leven voltrok zich dus op normale wijze.

Een joodse student verwoordde de betekenis van de millenniumwisseling als volgt: ‘De kalender van Gregorius is voor mij (ons) niet van belang, zeker als we ons realiseren wat het begin van het eerste millennium heeft bepaald, namelijk de geboorte van een redder van de andere volken. Rosh haShana (het joodse nieuwjaar) heeft voor ons betekenis, het vieren van de schepping en het voortbestaan van de wereld en de manier van leven in gehoorzaamheid aan de Schepper op weg naar de uiteindelijke verlossing.’

Schonk men dan in joods religieuze kring helemaal geen aandacht aan het verstreken millennium? Zeker wel. In krantenartikelen werd aandacht geschonken aan het lijden dat het joodse volk heeft ondergaan door de eeuwen heen, uitlopend op de Holocaust-ervaring in de 20ste eeuw, en aan het nieuwe begin dat werd gemaakt met de stichting

van de staat Israël. Er werd gewezen op het assimilatieproces dat plaats vond onder Joden en op de ook onder hen toegeslagen secularisatie en men deed een oproep om trouw te blijven aan de joodse traditie en aan de God der vaderen. Men gaf tevens aandacht aan Joden van naam, zoals Rashi, Maimonides, Nachmanides, Abrabanel, personen die in het verstreken millennium veel betekend hebben voor het religieuze leven van het joodse volk. Tijdens de nieuwjaarsreceptie voor kerkelijke leiders in Israël bij president Weizman riep de minister van religieuze zaken de joodse en christelijke geestelijke voormannen op om in eigen kring de ontgoddelijking van het leven tegen te gaan en de hoge geestelijke en zedelijke waarden van de Bijbel te onderwijzen. Dat zou een goede gezamenlijke inzet betekenen in een nieuw jaar op de wereldkalender.


Voor de viering van de millenniumwisseling door christenen die in joodse hotels logeerden, bracht de sabbat de nodige beperkingen met zich mee. Op sabbat mag aldaar geen muziek gemaakt of elektriciteit gebruikt worden. Hotels die grote party’s organiseerden liepen het risico dat ze hun hechsjer, het bewijs van rabbinale goedkeuring, kwijt zouden raken. Voor het vieren van feesten trok men daarom naar niet-joodse gelegenheden. De feestvieringen vonden in Jeruzalem doorgaans achter gesloten deuren plaats.

Veel toeristen die in Jeruzalem verbleven trokken naar het Manger Square (het plein voor de geboortekerk) in Bethlehem voor het meemaken van de jaarwisseling. Dit gaf aan Jeruzalem een verlaten indruk, zeker in vergelijking met wat in grote steden in de rest van de wereld plaatsvond.

Aan joodse zijde werd alleen in een stad als Tel Aviv massaal en uitbundig feest gevierd.

Vrees voor extremisten

Tijdens het weekend waren door het gehele land 12000 extra politieagenten ingezet. In Jeruzalem alleen reeds 3000 voor het waarborgen van de veiligheid rond de Tempelberg. Dit was niet zo verwonderlijk, want voor de moslims was het tevens de laatste vrijdag van de vastenmaand Ramadan, waarvoor ongeveer 400.000 bezoekers aan de moskeeën op de Tempelberg werden verwacht. In dat verband is de uitspraak van een moslim over de millenniumwisseling ter zake: ‘Het is voor ons Ramadan. We zullen deze nacht biddend doorbrengen in de Al Aksa Moskee. We zullen bidden voor werkelijke vrede. Mensen moeten goed zijn voor elkaar. Als we die gezindheid vannacht hebben, dan is dat het echte millennium voor ons.’

De extra politiemensen waren bovendien opgeroepen met het oog op mogelijke gewelddadige acties van christelijke fundamentalisten die daarmee de wederkomst van Jezus zouden willen verhaasten. Aangezien naar het getuigenis van het Nieuwe Testament de Olijfberg als de plaats wordt aangeduid waar Jezus zal terugkeren, om vandaar via wat nu de Gouden Poort heet het Tempelplein te betreden, had de politiebewaking zich voornamelijk rond de Tempelberg en op de Olijfberg geconcentreerd. Daarnaast kreeg een andere plaats in Israël extra bewaking. In de Openbaring van Johannes is sprake van Armageddon, de plaats waar na de wederkomst de laatste strijd zal plaatsvinden. Deze plek wordt gelokaliseerd bij Megiddo in de vlakte van Jizreël.

Er is gelukkig geen sprake geweest van dergelijke extremistische acties, hoewel zich heel wat mensen in de buurt van of op de Olijfberg verzameld hadden. Slechts een handvol zich verdacht gedragende mensen werd gearresteerd. Het bevestigt het beeld van een in Jeruzalem uitermate rustig verlopende millenniumwisseling.

Christelijke vieringen ter markering van het nieuwe jaar

Veel buitenlandse christenen die voor kortere of langere tijd in Israël verblijven, misten de sfeer en de gebruiken van de jaarwisseling zoals men deze in eigen land en binnen de eigen traditie gewend was. De gezelligheid in huiselijke kring, het samen een mis of kerkdienst bijwonen waarin op een verstreken jaar wordt teruggezien en gebeden wordt voor liefde en vrede onder mensen in een nieuw jaar. In een stad als Jeruzalem, waar alle christelijke tradities aanwezig zijn, bestond zeker de mogelijkheid om het jaar op christelijke wijze af te ronden. Voor de Rooms-katholieken, voor wie het jaar 2000 tot Jubeljaar is uitgeroepen, was er een gezamenlijke gebedssamenkomst in de Basiliek van Gethsémane met aansluitend een processie naar het Huis van Abraham, een Syrisch-katholiek klooster in A-Tur op de zuidelijke helling van de Olijfberg. Aldaar werd zowaar vuurwerk afgeschoten. Voor de protestanten was er in de Graftuin een samenkomst georganiseerd met gebed, samenzang en meditatie.

Op het Manger Square in Bethlehem waren enkele duizenden Palestijnen samengekomen voor de viering van de millenniumwisseling. Hier kreeg het folkloristische gebeuren nog een politiek tintje in de uitspraak van een leider van de Fatah-beweging: ‘We ronden de eeuw van pijn, oorlog en verwonding af, en beginnen een eeuw van vrede en een Palestijnse staat.’ De hoop op vrede en een vreedzaam samenleven met de Arabische volken in een nieuw millennium was ook reeds verwoord door de Israëlische president Weizman tijdens de nieuwjaarsreceptie met de kerkelijke leiders.

Onze persoonlijke beleving van de millenniumwisseling

Onze beleving was niet veel anders dan bij een gewone jaarwisseling. Tenslotte zijn de goedertierenheden van de God van Israël elke dag nieuw. Dat te erkennen en te beleven was voor ons genoeg. En waar kun je dat beter ervaren dan op een plek waar iets van die goedheid van God zichtbaar wordt. Op uitnodiging van de leiding van het tehuis voor gehandicapte kinderen Jemima in Bet Jala brachten we het grootste deel van de oudejaarsavond temidden van deze kinderen door. We aten samen, deden spelletjes en zongen liederen, en beleefden zo in deze vreugdevolle ontmoeting onze millenniumwisseling, een teken dat God alle dingen nieuw zal maken. Tegen het einde van de oudejaarsavond reden we tegen de verkeerstroom in van Bethlehem naar Jeruzalem om in de Graftuin de overgang van het oude naar het nieuwe millennium mee te vieren. Bij een open en leeg graf, een teken van de hoop dat de God van Abraham, Izaäk en Jacob, de God en Vader van Jezus Christus, de God is die doden zal doen herleven, traden we een nieuw millennium binnen.

drs. Kees van den Boogert
Vrede over Israël jrg. 44 nr. 1 (feb. 2000)
www.kerkenisrael.nl/vrede-over-israel

vrede-over-israel