Paus Johannes Paulus II in Israël


Van 21 tot 26 maart j.l. bracht Paus Johannes Paulus II een bezoek aan Israël. Hoewel de directe actualiteit reeds lang voorbij is, is het goed toch een moment stil te staan bij de vraag naar de betekenis van dit bezoek voor de ontmoeting van Joden en Christenen in Israël.

Van scepsis naar waardering

Aanvankelijk stond men in politieke en religieuze kringen in Israël vrij sceptisch tegenover het bezoek van de Paus. Men verwachtte er niet zoveel positiefs van, eerder het tegendeel. In de pers had vooraf het cynisme de overhand.

Dat was te begrijpen. De houding van de RK-kerk (en van de christelijke kerk in het algemeen) tegenover de Joden was tot aan het Tweede Vaticaanse Concilie in 1965 ronduit negatief geweest. Joden werden als de moordenaars van Jezus beschreven en daarom het heil nauwelijks of niet meer waardig geacht. God zou na Jezus zijn verbond met Israël hebben beëindigd. Israël mocht niet langer als het uitverkoren volk van God beschouwd worden. Sinds Jezus zou de kerk de plaats van Israël hebben ingenomen.

Van de fundamentele omslag in het denken en de houding van de RK-kerk tegenover Israël sinds het genoemde concilie was nauwelijks iets tot de joodse man in de straat doorgedrongen. Binnen het Jodendom zelf was het in brede kring ook nog niet tot een herbezinning op de relatie met de RK-kerk en de christenheid gekomen.

Daarnaast vroeg men zich af hoe de Paus zich zou opstellen in het conflict van Israël met de Palestijnen. Immers, ook aan dit volk en de politieke leiders zou een bezoek gebracht worden. Zou hij, ondanks de officiële erkenning van de Staat Israël door het Vaticaan sinds 1993, toch niet de zijde van het Palestijnse volk kiezen? Tenslotte wordt de meerderheid van de christenen in Israël gevormd door Palestijnen. Vragen genoeg dus die tot scepsis aanleiding gaven.

Toch sloeg de houding van scepsis om in een van waardering en daar was stellig reden toe.

De grondhouding van de Paus

De waardering voor de Paus, die in de loop van zijn bezoek groeide, kwam voort uit de grondhouding die door hem werd aangenomen.

Vooreerst kwam de Paus als pelgrim, waarbij hij zoveel mogelijk vermeed politieke uitspraken te doen. Dit laatste is in Israël niet gemakkelijk, want religie en politiek zijn hier, zowel bij Joden als Arabieren, nauw verweven. Religieuze uitspraken, ja zelfs het bezoeken van heilige plaatsen, worden al snel politiek uitgelegd.

De Paus kwam als een pelgrim die niet slechts in de christelijke heilige plaatsen geïnteresseerd was, maar als iemand die juist ook aandacht schonk aan plaatsen waar de wortels van Jodendom en Christendom liggen.

Hij begon met Mozes bij de Sinaï (Egypte). Vervolgens bezocht hij de berg Nebo in Jordanië, waar Mozes stierf. Pas daarna begon hij aan een rondgang langs de plaatsen die op Jezus betrekking hebben, en wel met een bezoek aan de Geboortekerk in Bethlehem, terwijl hij zijn bezoek eindigde met het opdragen van een mis op de Berg der Zaligsprekingen. In zijn preek aldaar verbond hij heel bewust de Tien Geboden, op Sinaï aan Mozes gegeven, en de woorden van Jezus uit de Bergrede met elkaar. De Paus maakte duidelijk dat de relatie tussen deze twee bergen en personen een negatieve houding tegenover het Jodendom eigenlijk onmogelijk maakt. De Joden blijven het uitverkoren volk van God.

Naast de houding als pelgrim heeft ook zijn warm menselijke en pastorale houding diepe indruk op het joodse volk gemaakt.

Deze houding openbaarde zich vooral in zijn bewogenheid met wat het joodse volk door de eeuwen heen, maar met name in de holocaust was aangedaan.

Het bleek tevens uit de ootmoedige opstelling tegenover de joodse religieuze en politieke leiders en uit de pastorale toonzetting van de preek op de Berg der Zaligsprekingen waar de Paus Joden en Christenen opriep, op grond van de gemeenschappelijke bijbelse erfenis, tot een zegen voor de wereld en voor elkaar te zijn.

Tegen de achtergrond van de geschetste grondhouding zullen twee momenten stellig niet snel vergeten worden.

Twee sprekende beelden

Het eerste beeld dat niet snel vergeten zal worden is het bezoek dat de Paus bracht aan de Klaagmuur.

Bij de muur werd geen toespraak gehouden. Hij las er Psalm 122 en bad in stilte. De keuze voor een bezoek aan de muur, de meest heilige plaats voor het joodse volk, werd door de joodse autoriteiten als een erkenning gezien van het recht op de terugkeer van het joodse volk naar hun land en als een erkenning van het joodse volk als volk van God. Dit werd bevestigd door het geschreven gebed dat door de Paus in een spleet van de muur werd achtergelaten. De inhoud van het gebed luidde als volgt:

‘God van onze vaderen, U koos Abraham en zijn nakomelingen uit om Uw Naam tot de volkeren te brengen. We zijn diep bedroefd om het gedrag van hen die in de loop der geschiedenis het lijden van deze uw kinderen veroorzaakt hebben, en U om vergeving vragend willen wij ons verplichten tot een zuivere broederschap met het volk van het verbond.’


Het tweede beeld is het bezoek aan Yad Vashem. Hier verwoordde de Paus de reden van zijn bezoek aldus:

‘Ik ben naar Yad Vashem gekomen, om de miljoenen joodse mensen te eren, die van alles wat ze hadden beroofd werden, vooral echter van hun menselijke waardigheid, en die tijdens de holocaust vermoord werden.’


In zijn hoedanigheid als hoofd van de RK-kerk sprak hij een indrukwekkende schuldbelijdenis uit:

‘Als bisschop van Rome en opvolger van de apostel Petrus verzeker ik het joodse volk, dat de katholieke kerk, gemotiveerd door het bijbelse gebod van waarheid en liefde en niet uit politieke overwegingen, de meest diepe smart ervaart over de haat, de vervolgingen en alle anti-semitische daden, die ooit ergens tegen Joden door christenen zijn gepleegd. De kerk veroordeelt racisme in iedere vorm als een ontkenning van het beeld Gods in ieder menselijk wezen. (Gen. 1:26)’


De Paus sprak tevens de wens uit dat het tot een nieuwe relatie tussen joden en christenen zou mogen komen.

‘Laten we een nieuwe toekomst bouwen, waarin nooit meer sprake zal zijn van anti-joodse gevoelens onder christenen of anti-christelijke gevoelens onder joden, maar veelmeer wederzijds respect, zoals dat van allen geëist wordt, die de ene Schepper en Here vereren en Abraham als onze gemeenschappelijke vader des geloofs beschouwen.’

Woorden van waardering

Woorden van waardering klonken alom op uit de mond van gewone joodse mensen hier in Israël. De Paus had hen duidelijk voor zich ingewonnen en had weten duidelijk te maken dat er in de houding van de kerk tegenover de Joden fundamenteel iets veranderd is.

Officieel werd deze waardering verwoord door minister-president Ehud Barak tijdens het bezoek aan Yad Vashem. Hij zei daar ondermeer:

‘U hebt meer dan ieder ander gedaan om de door de goede Paus Johannes XXIII ingezette verandering in de houding van de kerk tegenover het joodse volk te voltooien en de gapende wonden, die in de loop van vele bittere eeuwen ontstaan zijn, te genezen. En daarom, uwe heiligheid, kan ik zeggen, dat uw huidige bezoek in de Hal der Herinnering in Yad Vashem een hoogtepunt van deze historische reis van heelmaking is.’


Terugkijkend kan gesproken worden van een uiterst waardevol bezoek van de Paus aan Israël, een bezoek dat een positieve bijdrage geleverd heeft aan de verbetering van de verhoudingen tussen Joden en Christenen.

drs. Kees van den Boogert
Vrede over Israël jrg. 44 nr. 3 (juni 2000)
www.kerkenisrael.nl/vrede-over-israel

vrede-over-israel