De Koning op een ezel

Lezen: Zacharia 9:9v, Mattheüs 21:4v


Jezus zelf nam het initiatief tot de wel heel bijzondere intocht in Jeruzalem. Daarmee vervult Hij de profetie van Zacharia. Wat Zacharia voorzegd heeft gebeurt. En het krijgt door dat gebeuren een nadere invulling en rijkere inhoud. De profetie wordt nog meer betekenis-vol.


Zacharia heeft gezegd: Jubel luide, gij dochter van Sion; juich, gij dochter van Jeruzalem! Zie, uw koning komt tot u, hij is rechtvaardig en zegevierend, nederig, en rijdende op een ezel, op een ezelshengst, een ezelinnejong. Dan zal Ik de wagens uit Efraïm en de paarden uit Jeruzalem tenietdoen, ook de strijdboog wordt tenietgedaan; en hij zal de volken vrede verkondigen, en zijn heerschappij zal zich uitstrekken van zee tot zee, en van de Rivier tot de einden der aarde.


Dat ziet de schare nu gebeuren. De Here Jezus treedt nu toch op als de door God gegeven koning.

Zíj begrijpen - dat denken ze tenminste - wat Jezus bedoelt met die ezel. Het is geheimtaal, een code, waarmee Jezus zegt: Ik ben de Messias. Dat laat Hij zien maar zo dat de Romeinen het niet door hebben! De goede verstaander echter weet nu wel, wat er gaat komen!

Maar is de menigte echt ‘goede verstaander’? Verstaan zij werkelijk wat dat zeggen wil: een Koning op een ezel?

Die ezel spreekt van de manier van koning-zijn van Jezus. Onmiskenbaar komt Hij als de Messias van Zacharia 9. Maar dan is Hij ook echt díe Messias. Dan is Hij ook echt díe Koning die Zacharia aankondigt: nederig en zachtmoedig.


Wat verwacht je eigenlijk bij een koning? Een gouden koets met een serie paarden ervoor. Of minstens, dat hij hoog te paard gezeten is. Maar een man op een jong ezeltje, met een geïmproviseerd zadel? Dat is eigenlijk een afgang. Dat is kinderspel (en daar eindigt het ook mee, Matt. 21:15v. Dat kan niet echt zijn. Wat doe je, wat wil je nou met een ézel? Allesbehalve indrukwekkend. Is dat, is dat een kóning?!

Dat is Jezus. Zo komt Hij, en zo ìs Hij: nederig. Hij geeft een heel andere invulling aan het koningschap: Hij kwam niet om gediend te worden, maar om te dienen.

Zacharia sprak in één adem ook over het tenietdoen van ‘de wagens van Efraïm en de paarden uit Jeruzalem’. Het gaat dan niet alleen maar over het verdrijven van de wagens en paarden van de vijanden. Maar toch ook om het: ‘niet door kracht, noch door geweld...’ Oorlogstuig brengt geen vrede. In elk geval niet de sjaloom, waar het God om gaat.


Dat Jezus komt op een ezel, dat is in wezen een duidelijk ‘nee’ tegen wat de Zeloten wilden. Zij wilden paarden en zwaarden, en daardoor bevrijding en heil - maar zo kwam het tot wat Jezus tekent in Lukas 19:43v. In Qumran zijn handschriften gevonden uit de tijd van het NT. Daarbij is ook een zogeheten ‘rol van de oorlog’, waarin het gaat over de eind-strijd, die ze daar elk moment verwachtten. Dat gaat met legers, met geweld, hard tegen hard. En als je dan kijkt naar de Koning op de ezel - hoe gans anders! Niet als een Leeuw, maar als het Lam Gods komt Hij, en zo zal Hij overwinnen!


Maar hoe dan? Wat kan Hij dan? Wat moet dit worden? Nou, dat zal nog blijken. Van hier gaat het naar een doornenkroon en een bordje ‘Koning der Joden’ boven zijn hoofd, aan het kruis waaraan ook Hijzelf is vastgespijkerd. Dáár gaat deze tocht op de ezel naar toe... Bij Jezus’ einde komt er helemaal uit wat er hier al in zit: deze nederige Koning vernedert zich nog veel verder, tot de dood, ja, de dood des kruizes.


Waarom gaat Jezus deze weg?

Er is een opmerkelijke uitspraak van een rabbi, Jehosjua ben Levi, die zegt: ‘Van de mensenzoon staat er dat Hij komt met de wolken des hemels (Dan. 7:13), en: rijdend op een ezel (Zach. 9:9). Hoe zit dat? Wel: als Israël verdienste heeft, komt Hij in heerlijkheid met de wolken des hemels; als Israël geen verdienste heeft, komt Hij arm, rijdend op een ezel.’

Dat is eigenlijk de spijker op z’n kop. Als de Messias zou komen in heerlijkheid, en oordelend, dan zou dat niet alleen voor de Romeinen rampzalig zijn, maar ook voor de Joden. Want als het gaat om ‘verdienste’, om de waardigheid van Israël... Niet voor niets volgt op Jezus’ intocht de tempelreiniging! Jezus’ werk begint bij ‘het huis Gods’, dat tot een rovershol is gemaakt. Er is ook bij Israël zelf zoveel fout, zoveel zonde en schuld.

Dáárom komt de Messias nu zó. Niet met de wolken, maar op een ezel; niet in heerlijkheid, maar in nederigheid; niet om te oordelen, maar om Gods oordeel te dragen.

Zo brengt Hij vrede met God voor ieder die in Hem gelooft: ‘Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God door onze Here Jezus Christus’ (Rom. 5:1).

Zo wijst Hij ook de weg van de vrede. Die komt er niet door kracht of geweld, maar door Zijn Geest.

Echte vrede in ons leven, en ware vrede in deze wereld - het kan alleen waar déze Koning regeert en de dienst uitmaakt.

Ons gebed is dat ook Israël zal zien hoe deze Koning kwam en hoe Hij vrede brengt.

ds. Aart Brons
Vrede over Israël jrg. 45 nr. 1 (feb. 2001)
www.kerkenisrael.nl/vrede-over-israel

vrede-over-israel