Van de voorzitter - dec. 2001

Ds C.J. van den Boogert

Ds C.J. van den Boogert gaf in het tweede halfjaar van 1999 de wens te kennen om de werkzaamheden als Israëlpredikant te beëindigen. Met spijt hebben we als deputaten daaraan, gezien de omstandigheden, moeten voldoen; want er werd in Jeruzalem goed werk gedaan.

Terugkeer naar Nederland betekende ook: beroepbaarstelling, met de hoop - en ook de verwachting - dat onze broeder vast wel een plek in de kerken zou vinden om daar het predikantswerk in een gemeente weer ter hand te kunnen nemen. Na lang wachten begon het er op te lijken, dat dit ook zou gebeuren; maar het liep op enige teleurstellingen uit. Dat dit een knagend gevoel heeft gegeven, laat zich denken. Hoezeer je dan, als kerkraad van Zierikzee én als deputaten, probeert mee te leven en te bemoedigen - het is toch een proces waar je alléén doorheen moet; en daarin kun je alleen maar overeind blijven door het geloof dat de Here, die Zijn dienaren roept en zendt, trouw blijft.

Het is dan ook heel verheugend dat er nu uitzicht is gekomen op een nieuw dienstbaar mogen zijn. Ds Van den Boogert heeft een benoeming gekregen als geestelijk verzorger in ‘De Voord’, een prot. christelijk verpleegtehuis in Elburg. Uit veel kandidaten werd hij geselecteerd en tenslotte unaniem aangewezen. Op een vroege dinsdagmorgen belde hij me op om me - verheugd - hiervan in kennis te stellen.

Met elkaar zijn we daar hartelijk blij mee. We gunnen hem deze dienst en taak, om zo - op specifieke wijze - zijn gaven dienstbaar te maken. We hopen dat hij dat met zegen en vreugde mag doen. Het is de bedoeling dat hij per 1 april 2002 met deze arbeid zal beginnen.

Het deputaatschap

Het deputaatschap heeft in de afgelopen periode enkele wijzigingen ondergaan:

  • Amper 30 jaar jong en nu bijna 20 jaar geleden maakte ds J.P. Boiten zijn debuut in onze kring, daartoe benoemd door de PS van het Zuiden. In die periode - overigens ook al daarvóór - heeft hij diverse reizen naar Israël gemaakt en kennis genomen van o.m. het godsdienstige leven daar. Steeds meer heeft hij zich als sterk betrokkene bij Israël en het geestelijk heil daarvan gevoeld. En kwam hij open te staan voor dat hele complex van vragen, die de relatie kerk-Israël met zich meebrengt. Vragen, die ieder tot nadenken prikkelen en tot dóórdenken.
    Met name als samenroeper van de commissie ‘Vorming en toerusting’ (een vier-manschap uit onze kring) heeft hij wat extra taken te doen gekregen. Zo b.v. het organiseren van de tournee’s van onze Israëlwerkers, de studiedagen voor predikanten, het samenstellen van het jaarlijks verzonden predikantenpakket en het betrekken van de classis-correspondenten bij het deputatenwerk. Dat vroeg naast eerst veel consulentswerk en vervolgens het predikant-zijn in een immens grote gemeente wel enige tijd en flexibiliteit.
  • Op een deputatenvergadering hebben we onze dank uitgesproken en in boekvorm tastbaar gemaakt. Door zijn duidelijke bewogenheid met Israël én zijn loyaliteit in onze kring laat hij een fijne indruk achter. En vanuit die achtergrond kan ‘het nieuwe debuut’ (curator-zijn) alleen maar stimulerend zijn voor de relatie tussen ‘Apeldoorn’ en Israël!
  • De GS van 1998 benoemde br. J. Prins uit Veenendaal tot 2e penningmeester. Hij zou, na een inwerkperiode, dit jaar br. Vree opvolgen. En hij begon vol vreugde en toewijding aan die periode. Helaas werd dat onderbroken, en ook afgebroken, door een hersenbloeding waarvan hij wel enigszins herstelde, maar die toch een goed verder functioneren onmogelijk maakte. Daarom heeft hij aangegeven zich te moeten terugtrekken en dat hebben we - met spijt - moeten accepteren. Aan de nú vergaderende GS hebben we een voorstel tot vervanging gedaan. We wensen onze broeder voortgaand herstel en nog een goede tijd van leven met zijn vrouw en allen die hem lief zijn.
  • Door de emeritering van ds J. Oosterbroek en het feit dat hij geen werk meer mag doen, kwam een einde aan zijn afvaardiging namens Zierikzee in ons deputaatschap. Op de hem eigen wijze was hij aanwezig op onze vergaderingen. En was hij attent als het ging om de belangen van de door zijn gemeente uitgezonden predikant. Ook hem hebben we bij zijn afscheid bedankt en een boekje aangereikt.
  • Inmiddels is de plaats van ds Boiten overgenomen door ds M. van der Sluijs. Als rapporteur van de synode-commissie, die ook het Israëlwerk moest beoordelen, kon hij via onze rapportage al uitvoerig kennisnemen van het veelomvattende werk.

De Generale Synode

De Generale Synode heeft al op de eerste zittingsdag ons beleid over de afgelopen drie jaar besproken en goedgekeurd.

Van groot belang is de grote eensgezindheid waarin is uitgesproken dat de - nu vacante - post Jeruzalem gehandhaafd blijft. Daar klopt het hart van Israël en van ons werk. Ook voor ons als kerken is het goed dat te beseffen.

In dit verband wil ik ook graag een hartelijke opwekking schrijven om in uw gebeden niet te vergeten de Here te vragen om wegen te openen, waardoor er voorzien kan worden in de vacature en het werk in het hart van Israël weer kan worden opgenomen en voortgezet.

Israël

We beseffen dat het in de huidige omstandigheden niet aanlokkelijk lijkt om op de toch al wat eenzame post in Jeruzalem werkzaam te zijn. De politieke spanningen zijn ook daar voelbaar, tot bloedige gevolgen toe. Het is niet eenvoudig om in dát opzicht ‘up-to-date’ te schrijven, want wat vandaag van belang is kan morgen alweer door andere feiten achterhaald zijn. Er is heel veel wijsheid nodig om in deze moeilijke situatie de goede koers te vinden - veiligheid voor Israël en leefbaarheid voor de Palestijnen.

Als deputaten hebben we niet de middelen tot daadwerkelijke steun. Wel beheert het CIDI (Centrum Informatie & Documentatie Israël) een speciaal fonds voor humanitaire steun aan slachtoffers en nabestaanden van terreuraanslagen: ABN-AMRO 43.55.91.576 t.n.v. CIDI, Den Haag, o.v.v. terreurslachtoffers. En via het OJEC (Overlegorgaan van Joden en Christenen, Nieuwstraat 3, 1381 BB WEESP, postbank 528 9250), kan financiële en morele steun worden gegeven aan projecten die door de Israëlische organisaties als ‘Israël Interfaith Association’ en de ‘Interreligious Coördination Council Israël’ zijn opgezet om een bijdrage te leveren aan een rechtvaardige oplossing van het conflict.

En met elkaar hebben we wél het middel van het gebed om de vrede voor Jeruzalem en over Israël.

ds. Hedde Biesma
Vrede over Israël jrg. 45 nr. 5 (dec. 2001)
www.kerkenisrael.nl/vrede-over-israel

vrede-over-israel