Een nieuwe kijk op Paulus?


In het hart van onze gereformeerde belijdenissen staat de rechtvaardiging van de goddeloze door het geloof alleen. Dit is het evangelie dat Luther opnieuw ontdekte, dat Calvijn verder doordacht en dat in de beweging van de Reformatie verspreid is geraakt in ons werelddeel en van daaruit over heel de wereld. In de drie formulieren van enigheid die ook in onze kerken gezaghebbend zijn, gaat het dan ook steeds weer om de rechtvaardiging door het geloof alleen zonder de werken. Een mens wordt behouden doordat hij door het geloof Gods genade ontvangt. Leest u bijvoorbeeld zondag 23 HC of NGB art. 22. Of denk aan de Dordtse Leerregels die zich laten lezen als één groot en vurig pleidooi voor het genadekarakter van het heil dat God schenkt: Hij verkiest zondaren tot het heil. Het is het hart van onze belijdenis. En de belijdenis spreekt daarin de taal van de Schrift. Duidelijk is dat we dit leerstuk het meest uitgewerkt vinden bij de apostel Paulus in zijn brieven.


Nu wordt vanuit het onderzoek van de brieven van de apostel Paulus en het onder­zoek van het Jodendom ten tijde van Paulus de laatste jaren met klem de vraag gesteld of we de apostel wel goed hebben leren lezen. In dit artikel wil ik iets door­geven van wat naar voren is gebracht door drie belangrijke vertegenwoordigers. Dat moet natuurlijk kort. Na die korte beschrijving maak ik een balans op: wat is goed en verdient nadere doordenking, welke kritiek is nodig?

Het Jodendom opnieuw ontdekt

Een belangrijke impuls is gegeven door E.P. Sanders. In 1977 verscheen zijn boek Paul and palestinian Judaism. Met grote nadruk stelt hij dat het onderzoek van Joodse bronnen uit de tijd van Paulus duidelijk maken dat de wet voor het Jodendom niet een middel is om binnen te komen (getting in) bij God, maar een middel om binnen te blijven (staying in). Al eerder was er van met name joodse zijde op gewezen dat men de Paulus die men via het geluid van de kerken hoorde, eigenlijk niet goed begreep. Het beeld dat bij vele christenen leeft van het Jodendom als een starre, koude wetsreligie waarin het slechts om het uiterlijk gaat, en waar men krampachtig bezig is zichzelf voor God aanvaardbaar te maken heeft geen enkel aanknopingspunt in de geschriften van rabbi’s. Integendeel - een diepe vreugde over Gods goedheid doortrekt de geloofsbeleving. Het ging en gaat in het Jodendom er niet om om binnen te komen bij God. De dank voor het opgenomen zijn in het verbond met Abraham brengt het volk bij Gods gebod; een gebod om daardoor binnen te blijven. Sanders gaf een belangrijke impuls. Hij constateerde dat het Jodendom ten tijde van Paulus heel anders was dan altijd was gedacht. De vraag hoe dan toch mogelijk was dat Paulus de dingen schreef die hij schreef liet hij in zekere zin buiten beschouwing. Paulus had de zaken verkeerd begrepen, verkeerd weergegeven. Paulus streed tegen windmolens.

Wat bedoelde Paulus als hij sprak over de rechtvaardiging?

Op dat punt ging J.D.G. Dunn verder. In 1983 publiceerde hij een lezing, waarmee hij direct ook de naam vaststelde voor deze benadering van Paulus: The New Perspective on Paul. In dat opstel sloot hij aan bij wat Sanders naar voren had gebracht, maar hij bekritiseerde de oplossing die deze gegeven had. Had Paulus de dingen inderdaad verkeerd gezien? Of lag het probleem elders? Volgens Dunn lag het punt niet bij Paulus, maar lag het vooral bij Luther die ons op een bepaald spoor heeft gezet bij het lezen van Paulus - alleen niet het juiste spoor. Luther had gestreden tegen de Rooms-katholieke kerk, waar de goede werken inderdaad een middel waren om de gerechtigheid voor God mee te verdienen. Luther zelf was vastgelopen op die weg en had het evangelie van Gods genade ontdekt bij Paulus. En Luther was vervolgens van daaruit heel de Bijbel gaan lezen. En in de tegenstanders die Paulus in zijn brieven bestreed, herkende Luther zijn eigen Rooms-katholieke tegenstanders, met hun visie op de goede werken en de genade waarmee hij zo compleet vast was gelopen - en waarvan hij de onschriftuurlijkheid had ontdekt. Zo zette Luther de wereld na hem zijn bril op en maakte dat het Jodendom op één hoop gegooid werd met de Rooms-Katholieken; alle twee in opstand tegen de genade, omdat men zelf het heil wil verdienen.

Dunn benadrukt dat Paulus nooit afstand genomen heeft van het Jodendom. Zijn ontmoeting met de levende Christus voor de poorten van Damascus maakte hem tot een gelovige Jood die in Jezus van Nazaret de Messias Gods had leren herkennen. Hij ging niet over tot een andere godsdienst. Een belang­rijke vraag die zich dan direct aandient, is: wat bedoelde Paulus dan met zijn bewogen uiteen­zettingen tegen de Wet en de werken? Wat bedoelde hij dan als hij schreef over rechtvaardiging door het geloof, zonder de werken der wet? Waartegen keerde hij zich? Volgens Dunn richtte Paulus zich met deze woorden vooral tegen diegenen onder de Christenjoden die na de komst van Christus voor gelovigen uit de heidenen vasthielden aan bepaalde werken der wet die het joodse volk onderscheiden hadden van de andere volken: spijswetten en besnijdenis. De term ‘rechtvaardiging door het geloof’ geeft - aldus Dunn - dan ook niet zozeer antwoord op de vraag hoe een mens zal bestaan voor God. Het gaat veel meer om een antwoord op de vraag op welke voorwaarden een gelovige uit de volkeren toegelaten wordt tot het volk van God; worden van hem of haar bepaalde - voor het volk Israël typerende - werken (besnijdenis, spijswetten) verlangd? Nee, zo zegt Paulus met klem. Iemand wordt in de nieuwe tijd die door Christus is aangebroken toegelaten tot het volk door het geloof, uit genade. Vanuit deze kerngedachte heeft Dunn inmiddels de twee grote brieven waarin de rechtvaardiging centraal staat - Galaten en Romeinen - becommentarieerd en in zijn Theology of Paul alsmede zijn opstellenbundel The New Perspective on Paul vinden we wat hier kortweg werd aangeduid breed uitgewerkt.

De Westerse cultuur als een introspectieve cultuur

Luther had Paulus niet goed gelezen, hij had zijn vraagstelling opgedrongen aan het Nieuwe Testament, zijn gekwelde geweten zocht rust. En vond rust in een verkeerde uitleg van Paulus. Een uitleg waarbij bij Paulus een vergelijkbare aanvechting en strijd werd voorondersteld. Hoe dat kwam wordt door Dunn ver­der niet al te zeer uitgewerkt; hij constateerde het en verklaarde het vooral vanuit Luthers geestelijke biografie.

Daar haakte de Zweedse Lutheraan K. Stendahl bij aan. Al in 1960 - dus voor Sanders en Dunn hun geschriften publiceerden - had hij een artikel geschreven over Paulus en het naar binnen gerichte bewust­zijn van het Westen (Paul and the introspective conscience of the West). Volgens Stendahl is het typisch iets van de Westerse cultuur om introspectief bezig te zijn; wij westerlingen keren in tot onszelf, onderzoeken onszelf - en kunnen op die weg radeloos worden. Augustinus noemt hij het eerste grote voorbeeld. Met zijn Belijdenissen schreef hij een boek, waarin hij uitvoerig zichzelf onderzocht. Luther staat in die traditie. En daarom las Luther Paulus zoals hij hem las. Hij veronderstelde bij Paulus voor diens bekering hetzelfde gekwelde geweten als bij zichzelf: hoe krijg ik een genadig God? Die vraag heeft Paulus - Oosterling als hij was - nauwelijks bezig gehouden. Kijk maar eens hoe Paulus in Filippenzen 3 iets laat horen over zijn leven vóór zijn bekering: daar horen we niet over een vastlopen op de weg van de wet. Integendeel: Paulus geeft aan dat hij op die weg ver gevorderd was. Door de ontmoeting met Christus is er een totaal ander licht op deze dingen gaan schijnen, zodat hij het vuilnis noemt.

Opmerkingen en vragen

In het bovenstaande heb ik kort drie vertegenwoordigers van een nieuwe manier van Paulus-lezen voorgesteld. Er zouden nog veel meer namen te noemen zijn. In ons land werkt bijvoorbeeld J. van Bruggen in zijn Paulus nadrukkelijk langs deze lijnen. En in het engelse taalgebied is bijvoorbeeld iemand als N.T. Wright druk bezig om deze benadering uit te bouwen. Er zou dus veel meer gezegd moeten worden, maar daartoe ontbreekt de ruimte.

Een enkele evaluerende opmerking. Wat valt er te leren van de New Perspective on Paul? En wat zijn zwakke momenten van deze benadering? Ik noem een aantal punten.

  1. Grote winst lijkt mij te liggen in de benadering van het Jodendom. Het klassieke vooroordeel tegen de joodse religie als een kille en rigide wetsreligie heeft verwoestend gewerkt. Ten tijde van het Derde Rijk heeft deze karikatuur minstens een rol gespeeld bij het rechtvaardigen en doen accepteren van de maatregelen tegen de Joden die uiteindelijk uitliepen op de gruwelijkheden van de Shoah. Dit vooroordeel heeft zich diep bij ons genesteld. Ik schrik soms als ik luister naar wat er door christenen gezegd wordt over Joden en de joodse godsdienst. Wat heeft het ons te zeggen dat wij het woord Farizeeër kunnen gebruiken als scheldwoord voor een hypocriet? De New Perspective beneemt ons eens en voorgoed de mogelijkheid laatdunkend te doen over het Jodendom.
  2. Wat mij bevreemdt, is dat men Paulus nagenoeg compleet losmaakt uit het geheel van de bijbelse canon. Men gaat veelal voorbij aan het feit dat ook Jezus nog wel eens iets te zeggen had over Israëls omgang met de wet. Denk aan Markus 7. Denk aan wat er gebeurt in Johannes 19. Daar klinken de gruwelijke woorden: wíj hebben een wet en volgens die wet moet Hij sterven. Daar is de wet losgemaakt van de goede God die zijn gebod gegeven heeft. Daar is de wet een middel geworden in handen van mensen om elkaar mee te bestoken. Daar staan mensen parmantig met Gods gebod in de hand zich God zelf van het lijf te houden. Men beroept zich op de wet - terwijl het hart vreemd is aan de God van de wet. Dat is een gevaar van alle tijden. Dat gevaar bedreigt ook ons.
  3. Dat brengt me bij m’n belangrijkste punt van kritiek. Heeft men werkelijk oog voor de radicaliteit en de diepte van wat de apostel zijn lezers voorhoudt? Voor het bevrijdende van het evangelie van de Reformatie? En haalt men niet teveel uit het gegeven dat de joodse bronnen uit Paulus’ tijd ons niets te zien geven van een omgaan met de wet om daarmee het heil te verdienen? Zou het ook nog eens zo kunnen zijn dat de apostel weet hoe een mens in elkaar steekt en daarom doorstoot en zaken aan de orde stelt die letterlijk weliswaar niemand zo gezegd heeft, maar die onuitgesproken toch zeker aan de orde waren - en zijn! Als Miskotte in 1932 het wezen van de joodse religie bespreekt in zijn proefschrift, noemt hij het uiteindelijk een titanisch humanisme - een titanenonderneming dus van mensen die het gaan doen. Hij zegt dat als hij de joodse religie bespreekt. Maar we moeten niet vergeten dat hij die bespreking geeft om het liberale protestantisme te treffen! Daarom moeten we ons de ogen laten openen voor wie wij zijn. Luther zegt ergens: Adam wordt liever door werken gebouwd (Adam potius per opera aedificatur). Dat is precies het punt waar het om gaat. In Joh.6:28 vraagt men aan Jezus: wat moeten wij doen opdat wij de werken Gods werken? In het antwoord brengt Jezus hen bij het enkelvoud: dit is het werk Gods, dat gij gelooft in Hem die Hij gezonden heeft. Dat is de omkeer van het evangelie. Het treft ons waar wij op ons best denken te zijn. En wijst ons radicaal naar Christus.



Literatuur:
  • J. van Bruggen, Paulus. Pionier voor de Messias van Israël, Kampen 2001
  • J.D.G. Dunn, The New Perspective on Paul, revised edition, Grand Rapids 2008
  • S. Westerholm, Perspectives Old and New on Paul. The Lutheran Paul and his critics, Grand Rapids 2004
  • K. Stendahl, Paul among Jews and Gentiles, Philadelphia 1976
  • E.P. Sanders, Paul and palestinian Judaism, Philadelphia 1977
  • www.thepaulpage.com

drs. Niels den Hertog
Vrede over Israël jrg. 52 nr. 4 (sep. 2008)
www.kerkenisrael.nl/vrede-over-israel

vrede-over-israel