Hoe groot mag Israël worden?


Bespreking van het boek van Alfred Muller, Hoe groot mag Israël worden? De spanning tussen landbelofte en politieke realiteit (Zoetermeer: Boekencentrum, 2009) 116 blz., € 9,50.


In een uitermate informatief boekje beschrijft Alfred Muller, buitenland-correspondent in Jeruzalem, de spanning die er bestaat tussen de landbelofte aan Israël, zoals ons die in de bijbel wordt getekend, en de politieke realiteit, het moeten delen van het land met de Palestijnse bevolking. Het is een spanningsveld, zo laat hij zien, dat ook christenen uit elkaar drijft. Zo vindt de ene groep chris­tenen dat Israël op grond van Gods beloften aan Abraham het alleenrecht toekomt, terwijl de andere groep van mening is dat op grond van Jezus’ evangelische boodschap Israël met de Palestijnen op hetzelfde grondgebied in vrede zal moeten samenleven. Als we alle gegevens die Mulder met betrekking tot dit spanningsveld aanvoert op ons in laten werken dan voelen we ons geplaatst voor een onontwarbare knoop.

Een gordiaanse knoop

Dat is het zeker. In een zevental hoofdstukken beschrijft Muller de problemen waarvoor Israël zich geplaatst ziet. Daarbij staat de nationale veiligheid centraal. Deze veiligheid wordt bedreigd, van buitenaf door herhaaldelijke raketaanvallen, van binnenuit door de dubbele aanduiding van Israël als een Joodse staat én als een democratie.

Hij beschrijft het succes van de Zesdaagse Oorlog in 1967. Toen werden de Gazastrook, de Westbank en Oost-Jeruzalem heroverd. De vraag is nu of dit succes gezien mag worden als werk van God, een teken dat de dagen van verlossing naderen, of als een extra verzoeking voor Israël omdat toen een groot deel van de Palestijnse bevolking binnen de landsgrenzen kwam te wonen.

Het gaf Israël de mogelijkheid om in de heroverde gebieden Joodse neder­zettingen te plaatsen. Vele van die nederzettingen zijn inmiddels uitgegroeid tot steden. Er wonen in deze gebieden nu al 270.000 Joden.

De knoop wordt door de auteur nog strakker aangetrokken door in een tweetal hoofdstukken argumenten aan te voeren om enerzijds op de Westoever te blijven of anderzijds de Westoever te ontruimen. Daarbij dringt de vraag zich op welke burgerlijke status je moet verlenen aan de Palestijnse bewoners in deze gebieden.

Een uitermate heet hangijzer vormt de status van Jeruzalem. Deze stad is door Israël na 1967 uitgeroepen tot ongedeelde hoofdstad. De Palestijnen echter, die in Oost-Jeruzalem wonen, claimen op z’n minst dat deel van de stad als hoofdstad van een te vormen Palestijnse staat. Israël wil daarentegen dat de stad ondeelbaar en verenigd blijft onder zijn bestuur.

Echt spannend wordt het als de tempelberg ter sprake komt. Beide volken beschouwen deze plaats als een wezenlijk onderdeel van hun nationale geschiedenis. Het is het gebied waar godsdienst, politiek en nationalisme naadloos in elkaar overvloeien. Vooral het godsdienstige aspect zet alles op scherp.

Het bovenstaande is zomaar een greep uit de vele aspecten die Muller naar voren brengt om de spanning tussen de landbelofte aan Israël en de politieke realiteit te tekenen.

Is er iets met de gordiaanse knoop te doen?

De knoop doorhakken

Dat zou een mogelijkheid kunnen zijn. In het hoofdstuk waarin Muller de conclusie trekt, vertelt hij dat in Israël lang de droom heeft bestaan dat het de hele Gaza­strook en de Westbank onder beheer zou kunnen houden. Men is daar politiek van teruggekomen. Het zou immers betekenen dat alle vredesbesprekingen met de Palestijnen zouden moeten worden stopgezet. Tevens zou hen definitief het recht op zelfbeschikking ontnomen worden. In het uiterste geval zou dat leiden tot het over de grens zetten van deze bevolkingsgroep. Maar welk volk laat zich zonder verzet zijn grondgebied ontnemen en welk Arabisch land zou bereid zijn het Palestijnse volk op te nemen? Om die vragen kun je niet heen. Het bezetten van de tempelberg door Israël zou stellig ook het doorhakken van de onontwarbare knoop betekenen. Ook dat is geen oplossing, want dat zou uitlopen op een totale oorlog.

In politiek opzicht kiest men in Israël daarom voor een andere optie.

De knoop trachten te ontwarren

Deze keuze betekent niets anders dan het sluiten van compromissen. Men zal weer om de tafel gaan zitten en in de weg van vredesbesprekingen pogingen ondernemen om tot een eerlijke verdeling van het land te komen. Muller sluit zijn boek af met het opsommen van de zaken die Israël bij deze besprekingen van wezenlijk belang zal achten. Daarnaast roept hij christenen die Israël een warm hart toedragen op om begrip te hebben voor het sluiten van compromissen over het land door de regering van Israël.

Hij zou met zijn oproep wel eens gelijk kunnen hebben. De problematiek is zo groot dat wellicht alleen de komende Messias van Israël de knoop zal kunnen ontwarren.

drs. Kees van den Boogert
Vrede over Israël jrg. 53 nr. 3 (juni 2009)
www.kerkenisrael.nl/vrede-over-israel

vrede-over-israel