Vrede over Israël, jrg. 54 no. 3
Van de redactie


In jaargang 54 houden we ons bezig met de vraag ‘Hoe leest gij? Wat staat in de wet geschreven?’ Joden en Christenen lezen, voor een deel, dezelfde bijbel. De Tenach of het Oude Testament. Toch is hun wijze van lezen heel verschillend.

In dit nummer wordt verslag gedaan van twee manieren van omgaan met de tekst van Genesis 12 en de daarbij behorende haftarah of profetenlezing. Van joodse en van christelijke zijde wordt de tekst, die spreekt van de zegen van Abram, verklaard.

Boeiend is de beschrijving van de wijze waarop de volkeren mogen delen in de zegen van Abram gezien vanuit joods en christelijk perspectief.

Het is de weergave van twee lezingen die werden gehouden op een bezinningsbijeenkomst in januari van dit jaar van Deputaten Kerk en Israël.


Dr. Jaap Dekker, Ned. Geref. Predikant te Enschede en docent bijbelvakken aan de Ned. Geref. Predikantenopleiding te Apeldoorn, verzorgt de Schriftstudie vanuit Genesis 12:1-3.

In zijn bijdrage De zegen van Abraham wijst hij erop dat de zegen van Abraham in de NBV anders wordt weergegeven dan in de vertaling van het NBG. Dat wordt gedaan op grond van Hebreeuwse grondtekst. Tevens schetst hij hoe het Nieuwe Testament de zegen van Abraham herinterpreteert in relatie tot Christus


De Nederlandse orthodox-joodse Rabbijn Lody van de Kamp, gaf een uitleg van dezelfde tekst vanuit joods perspectief. Van zijn betoog werd een verslag gemaakt dat als titel meekreeg: De volken mogen delen in zegen van Abram. De rabbijn benadrukte vooral dat de Pentateuch niet zonder de mondelinge leer kan worden verstaan. Hij is van mening dat de zegen van Abram in Genesis 12 niet verwijst naar de komst van de Messias. Wel wordt door hem een beschrijving gegeven van de taak van de Messias.


Drs. Kees van den Boogert voegt aan de twee lezingen het artikel De Schriftelijke en de Mondelinge Overlevering toe. In zijn bijdrage wil hij duidelijk maken hoe beide overleveringen zich tot elkaar verhouden.


Dr. T. Brienen schetst in ICI vroeger en nu de betekenis van Interkerkelijk Contact Israël (ICI), dat zijn zestigjarig bestaan vierde. In een door het ICI uitgegeven boek wordt beschreven van hoe grote betekenis de periode 1946-2006 geweest is voor de kritische bezinning op de relatie van de Nederlandse kerken met het jodendom en de staat Israël.

Bij de foto op de voorpagina

De Menora is van meet af aan het toonaangevende symbool van Israël geweest. We vinden de zevenarmige kandelaar dan ook door heel de geschiedenis van Israël terug. Nadat tabernakel en tempel verdwenen waren, zien we de kandelaar ook in de synagoge op vele manieren verschijnen. Op de voorpagina een afbeelding van de menora in een glas-in-lood-raam in de Renanim-synagoge te Jeruzalem.

¿ auteur ?
Vrede over Israël jrg. 54 nr. 3 (¿ maand ?)
www.kerkenisrael.nl/vrede-over-israel

vrede-over-israel