Messiaans Joodse Theologie


Bespreking van het boek van Richard Harvey, Mapping Messianic Jewish Theology; A Constructive Approach, Paternoster, Carlisle 2009 (316 pag.)


De herziene versie van de dissertatie van Richard Harvey is opgenomen als het eerste deel in een nieuwe serie, getiteld ‘Studies in Messianic Jewish Theology’. Richard Harvey is docent Oude Testament, Hebreeuws en Judaïca aan All Nations Christian College in Londen en hij kent als vicevoorzitter van de ‘British Messianic Jewish Alliance’, de overkoepelende bond van Messiaans Joodse gemeenten in Engeland, en als lid van het Europese bestuur van ‘Jews for Jesus’ de Messiaans Joodse beweging van binnenuit.

Harvey heeft de meest uitgebreide inleiding en analyse van de Messiaans Joodse theologie tot dusver geschreven. Daarom is dit boek welhaast verplichte stof voor een ieder die kennis wil nemen van wat Messiasbelijdende Joden geloven. Zelf heb ik het al met vrucht gebruikt als basis en tekstboek voor lessen en lezingen over messiaanse theologie.


Vijf thema’s komen ter sprake:

  • de leer van God (met name de relatie tussen de Christelijke triniteit van God en de Joodse eenheid van God)
  • de persoon en het werk van de Messias
  • de Tora in theorie (hoe dient de Tora uitgelegd worden in het licht van Jezus)
  • de Tora in de praktijk (houden Messiasbelijdende Joden zich aan de sabbat, de feesten, kasjroet en hoe doen ze dat)
  • de eschatologie (met name waar het de toekomst van Israël betreft).


Het valt op hoe divers de opvattingen zijn. Dé Messiaans Joodse theologie bestaat niet. Nu is dat voor een beweging die in haar huidige vorm nog maar nauwelijks veertig jaar bestaat ook niet zo verwonderlijk. Bovendien maakt het verschil of men in de Joodse staat Israël woont, in de Verenigde Staten met grote Joodse gemeen­schappen of in Europa, waar Joden een minieme minderheid vormen.


Illustratief zijn de verschillende benaderingen van de Tora in de praktijk (pag. 184-222). Sommige Messiasbelijdende Joden hangen de klassiek evangelische visie op de wet aan. De Tora is vervuld in Christus en we hoeven (en kunnen) ons niet meer aan de wet te houden. Bovendien heeft de Messias de scheidsmuur tussen Joden en niet-Joden afgebroken (Ef. 2:14). Het is niet toevallig dat uitgesproken vertegenwoordi­gers van deze opvatting (Baruch Maoz, Gershon Nerel en Arnold Fruchtenbaum, de stichter van Ariel Ministries) Israëli’s zijn of in Israël hebben gewoond. In Israël vormen de orthodoxe Joden een minderheid en de meeste Israëli’s zijn seculier. De Joodse identiteit wordt hier niet bepaald door de godsdienst, maar door culturele en maatschappelijke gebruiken. Vandaar dat Gershon Nerel benadrukt dat Messias­belijdende Joden zich wel aan bepaalde Joodse gewoonten mogen houden, zoals het besnijden van de zoons, de voedselwetten, het samenkomen op sabbat of het vieren van de feesten, maar niet vanwege religieuze redenen, maar als onderdeel van de Israëlische cultuur. Men is hierin geheel vrij, want deze gebruiken hebben geen theologische betekenis in zich zelf.

In veel Messiaanse gemeenten buiten Israël wordt het houden aan de Tora wel positief geduid. David Stern stelt dat de Tora ook onder het Nieuwe Verbond voor zowel Joodse als niet-Joodse gelovigen van belang is. Maar bij de uitleg hiervan is niet de rabbijnse mondelinge wetgeving van belang, maar het Nieuwe Testament (met name Handelingen). Er is hierbij verschil tussen Joden en niet-Joden. Niet-Joden hoeven zich slechts aan de geboden te houden, zoals vastgesteld op het apostelconvent (Hand. 15).

Weer anderen benadrukken dat Messiasbelijdende Joden zich op dezelfde wijze aan de Tora dienen te houden als orthodoxe of conservatieve Joden (een liberale stroming in de Verenigde Staten). Het motief hiervoor is dankbaarheid en gehoor­zaamheid aan God, die de Joodse gemeenschap eeuwen lang voor aanvallen van buitenaf heeft beschermd door de haag van de Tora.

De meest verregaande benadering is die van de complete vereenzelviging met het (ultra)orthodoxe Jodendom. De Joodse traditie is door God gegeven en geïnspi­reerd als een middel om het Joodse volk door de geschiedenis heen te bewaren. Je mag daarom van buiten af er geen kritiek op uitoefenen, tenzij je er zelf deel van uitmaakt.

Wat mij opvalt (en ook dat is niet verbazingwekkend), dat niet alleen zuiver theologische motieven een rol spelen, maar vooral de vraag naar de eigen Joodse identiteit. Hoe kun je en Jood zijn en Christus belijden?

dr. Pieter Siebesma
Vrede over Israël jrg. 54 nr. 4 (sep. 2010)
www.kerkenisrael.nl/vrede-over-israel

vrede-over-israel