Voorgoed verbonden


Een korte samenvatting van het Visiedocument Voorgoed verbonden van Deputaten Kerk en Israël van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland. Zie ook het document op onze website.


Het visiedocument is het resultaat van een intensieve bezinning in de afgelopen jaren. De aanleiding tot het opstellen ervan is drieërlei:

  1. het verlangen om de communicatie met de kerken te bevorderen;
  2. de vraag naar de principiële uitgangspunten voor het beleid, naar een visie op hoofdpunten, van Deputaten Kerk en Israël;
  3. het geven van duidelijkheid over onze positie in de richting van andere organisaties die zich op dit terrein bewegen


Deputaten hebben hun visie geformuleerd aan de hand van tien punten. Het zijn tien fundamentele uitgangspunten voor het werk van Deputaten die kunnen dienen als regels voor de kerken in relatie tot Israël. In de tien punten wordt de blijvende verbondenheid van de kerk tot Israël aangegeven. Het gaat om hoofdlijnen. In een dergelijk stuk kan onmogelijk aan alle aspecten van de relatie Kerk en Israël recht worden gedaan.


De titel ‘Voorgoed verbonden’ geeft de overtuiging weer waaraan, naar het oordeel van Deputaten, niet getornd mag worden. Het is de kortst mogelijk verwoording van de visie van Deputaten.

De tien punten

1. God blijft trouw aan Israël, het volk dat Hij als eerste gekozen heeft en liefheeft.

De eerste stelling draagt een theologisch karakter. Israël is voorwerp van:

  • de Verkiezing door God; de verkiezing krijgt gestalte in het Verbond;
  • de roeping door God, om tot een zegen te zijn voor de volkeren;
  • de Trouw van God; de ontrouw van Israël heft de trouw van God niet op.

In het Nieuwe Testament worden deze aspecten bevestigd, vooral in de brieven van Paulus aan de Romeinen en de Efeziërs.

2. Jezus Christus is de beloofde Messias, die allereerst tot Israël kwam. Hij is de enige weg tot de Vader.

De tweede stelling draagt een christologisch karakter. Gewezen wordt op:

  • Joodse interesse. Jezus werd in de 20ste eeuw ‘thuisgehaald’. Dit draagt bij aan het besef binnen de kerk, dat:
    a. Jezus een geboren Jood is;
    b. Jezus allereerst gekomen is als de Messias van Israël.
  • Joods ongeloof. Oorzaak is de ergernis van het kruis.
  • Christelijke overtuiging. Jezus is de enige weg tot de Vader.

3. Gelovigen uit de volken mogen zich met hun kinderen ingelijfd weten bij Israël, als wilde takken geënt op de oude stam van een olijfboom.

De derde stelling beschrijft in het beeld van de olijfboom: de roeping van Israël om tot zegen te zijn voor de volkeren. Deze roeping was al aan Abraham geformuleerd en loopt als een rode draad door heel het Oude Testament heen. Door het geloof in Jezus de Messias worden gelovigen uit de volkeren mede-erfgenamen van Gods beloften.

4. Omdat Jezus Christus, onze Heiland, via Israël tot ons is gekomen, bestaat er een levende en wezenlijke verbondenheid van de kerk met Israël.

De vierde stelling benadrukt de verbondenheid van de kerk met Israël. Gesteld wordt dat:

  • Jezus de Messias van Israël is;
  • de verwerping van Jezus door Israël het heil voor de wereld betekent; loten van de wilde olijf (de volken) worden geënt in de stam van de edele olijf (Israël). Deze enting toont ons de blijvende verbondenheid met Israël.
  • in Gods geheimenis het herstel van Israël is opgenomen.

5. De levende en wezenlijke verbondenheid van de kerk met Israël vraagt erom samen te luisteren naar de Schriften. Zoals het Oude Testament niet volkomen kan worden begrepen zonder het Nieuwe, zo het Nieuwe niet zonder het Oude.

De vijfde stelling stelt de eenheid van de Schrift aan de orde. Benadrukt wordt dat:

  • het Oude en Nieuwe Testament het ene Woord van God is;
  • de woorden van God aan Israël toevertrouwd zijn;
  • de woorden van God via Jezus, de gave aan Israël, ook tot de volkeren gekomen is;
  • Israël en de kerk samen moeten luisteren naar het ene Woord van het Oude en het Nieuwe Testament.

6. Diep verbonden met Israël beleven wij als kerk een smartelijke scheiding: het grootste deel van Israël erkent Jezus Christus niet als de vervulling van de Schriften.

In de zesde stelling wordt onder woorden gebracht:

  • het hartzeer. Dit wordt veroorzaakt door het niet aanvaarden van Jezus als de Messias door het grootste deel van Israël. Deze pijn, door Paulus geuit, moet ook in de gemeente van Christus uit de volkeren beleefd worden.
  • het hartsverlangen. Het hartsverlangen naar het behoud van Israël, dat uitkomt in:
    a. gebed;
    b. een leven dat Israël tot ‘jaloersheid’ brengt;
    c. een houding van bescheidenheid; de kerk mag zich niet verheffen boven Israël.

7. Diep ootmoedig erkennen wij de schuld van de kerk in hoogmoed, traagheid en vormen van antisemitisme.

In de zevende stelling wordt de ‘vervangingsleer’, de opvatting dat de kerk in de plaats van Israël is gekomen, verworpen. De vervangingsleer kwam voort uit een houding van:

  • Hoogmoed. De kerk ging zich verheffen boven Israël; Israël werd van Godsmoord beschuldigd en als voorgoed door God verworpen beschouwd.
  • Traagheid en vormen van antisemitisme. Eeuwenlang zette het overgrote deel van de kerk zich niet of nauwelijks meer in voor het behoud van Israël. De kerk droeg bij aan de vele vormen van antisemitisme, aan Jodenvervolging en was in kerkelijk-theologisch denken medeschuldig aan de Holocaust.

Opgeroepen wordt om:

  • de negatieve gevoelens af te leren;
  • de houding van blijvende verbondenheid zich eigen te maken, die uitkomt in erkenning van elkaars eigenheid en respect voor elkaar.

8. Diep bewogen zoeken wij de ontmoeting met Israël en willen ons daarin voor het Evangelie niet schamen.

In stelling acht wordt de positieve houding in de ontmoeting met Israël beschreven. Deze houding wordt met drie kernwoorden aangeduid:

  • luisteren. Het heil is uit de Joden, de woorden van God zijn aan Israël toevertrouwd en via Israël tot ons gekomen; met Israël willen we daarom meeluisteren naar de Schriften.
  • dienen. Hierbij richten we ons op de toerusting en vorming van wie namens ons in Israël dienen in verkondiging en diaconaat.
  • getuigen. Vanuit het samen luisteren naar de Schriften getuigen we met als doel dat Israël in zijn Messias Jezus zal gaan geloven.

9. Verzoening in Christus is een geschenk met persoonlijke maar ook politieke perspectieven.

De negende stelling roept om ook in de ontmoeting met Israël te staan in de dienst der verzoening. Praktisch staat daarbij centraal:

  • de persoonlijke verzoening met God door Christus;
  • het in een verzoende relatie leven van de kerk met Israël;
  • het leven-uit-verzoening voorleven in het contact met Israël;
  • het in de vorm van diaconaat verzoening concreet gestalte geven;
  • het ons inzetten tot het bevorderen van een vreedzame samenleving van Israël met de Palestijnen.

10. Met Israël geloven wij dat God een nieuwe toekomst schept; als kerk geloven wij dat deze toekomst al begonnen is met de komst van Jezus de Messias en wij zien met verwachting uit naar het behoud van heel Israël.

In de tiende stelling staat de Komst van het Koninkrijk centraal. We zien naar het Godsrijk uit op grond van:

  • Oudtestamentische toekomstverwachting. De profeten spreken van een nationaal en geestelijk herstel van Israël. Zo zullen eens Israël en de volkeren optrekken naar Jeruzalem en God dienen.
  • Lijnen naar vandaag. Heel voorzichtig bespeuren wij in de terugkeer van het volk Israël naar het land en in de stichting van de staat tekenen van Gods trouw. In het ontstaan van Messiasbelijdende gemeenten zien we tekenen dat God het geestelijk herstel van Israël niet vergeten is.
  • Vervulling van Gods beloften. Het Koninkrijk is al gekomen in Christus; tegelijk zien we uit naar het herstel van het Koningschap voor Israël, waarin de volken mogen delen, bij de wederkomst van de Messias.

drs. Kees van den Boogert
Vrede over Israël jrg. 56 nr. 4 (sep. 2012)
www.kerkenisrael.nl/vrede-over-israel

vrede-over-israel