Antisemitisme tentoongesteld


In de maand juni verschenen er twee opmerkelijke berichten in de vaderlandse pers. Het ene bericht kondigde aan dat er in Amsterdam een nieuw museum gerealiseerd zal worden. Het andere item kwam uit het Haagse kantoor van minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken). Hij gaf zijn visie op de resultaten van een recent onderzoek naar antisemitisme. In beide, onderzoeksrapport en museum, wordt de Jodenhaat tentoongesteld. Helaas, dat is nog steeds nodig.

Genocide

Amsterdam krijgt een Nationaal Shoah Museum! Vanaf januari 2016 moet dit museum, verdeeld over twee gebouwen, opengaan voor het publiek. Joël Cahen, directeur van het Joods Historisch Museum en mede-initiatiefnemer, sprak over beide locaties als symbolen, zo was in Trouw te lezen (23 juni 2015). Het ene gebouw, de Hollandsche Schouwburg, wordt een symbool van onvermogen, uitsluiting en genocide. Deze plek is in de Tweede Wereldoorlog namelijk voor tienduizenden Joden een ‘doorgangshuis’ geweest naar de vernietigingskampen.

Het nieuwe museum wil het hele verhaal van de Shoah vertellen, ‘van A tot Z’, in samenhang met wat er elders in de wereld gebeurde. Met de wonden die de Joden­vervolging heeft geslagen als uitgangspunt moeten actuele thema’s aan de orde gesteld worden als genocide, religieuze intolerantie, schending van mensenrechten en antisemitisme.

Schokkend

Minister Asscher vroeg het Verwey Jonker Instituut om onderzoek te doen naar anti­semitisme in de Nederlandse samenleving. In zijn brief aan de Tweede Kamer (16 juni 2015) betitelde hij de uitkomsten van dit onderzoek als ‘zeer ernstig’. Vooral onder sommige jongeren bestaat een zeer negatief beeld van Joden. ‘Het is schokkend om te zien dat in de richting van een kleine gemeenschap als de Joodse duidelijk negatieve gevoelens onder een deel van de jongeren voorkomt’, aldus Asscher. Zo bestaat er bij ongeveer 15 procent van de moslimjongeren begrip voor het slaan of schoppen van Joden.

De minister hekelt verder het ‘schijnbaar achteloze gebruik van het woord Jood als scheldwoord en de dynamiek in het voetbalstadion’. Voor Asscher zijn er genoeg redenen om de aanpak van antisemitisme in ons eigen land te intensiveren.

Hoop

Terugkomend op het Nationaal Shoah Museum: de tweede museumlocatie moet schuin tegenover de Hollandsche Schouwburg tot stand komen. Daar staat het gebouw van de voormalige Hervormde Kweekschool. Ooit was daar een crèche waar Joodse kinderen werden opgevangen. Als de tram stilstond bij de halte tussen de school en de schouw­burg, en zo het zicht op de school ontnam, werden er snel kinderen in veiligheid gebracht. Daarom beschouwt Cahen deze locatie als een symbool van hoop, redding en moed.

Nee, antisemitisme zal voor de komst van de Messias nooit helemaal verdwijnen. Juist daarom moet het antisemitisme tentoongesteld blijven worden, in onderzoeks­rapporten en musea. Opdat wij nooit vergeten. Opdat wij altijd gedenken. Dat houdt de hoop levend.

drs. Lieuwejan van Dalen
Verbonden jrg. 59 nr. 3 (sep. 2015)
www.kerkenisrael.nl/verbonden

verbonden