Jezus verhoogd voor Israël


In het boek Handelingen is volop plaats voor Israël! God maakt Zijn beloften waar voor dit volk. Een heilstijd breekt aan met Pinksteren. Maar ook daarna blijkt: het heil is voor Israël en voor de volken. Eén van de Schriftplaatsen die daar op wijst is Handelingen 5:31.


Deze tekst verplaatst ons naar de raadszaal waar het Sanhedrin (de Hoge Raad) bijeen is. Die is bij elkaar omdat er dingen in Jeruzalem gebeuren waar men geen raad mee weet. Eindelijk dachten ze van Jezus van Nazareth af te zijn, maar het verhaal gaat dat Hij is opgestaan uit de dood. Zijn discipelen verkondigen dat in Jeruzalem met grote kracht. De stad is in beroering. Er vinden wonderen plaats (Hand. 5:12-16) en duizenden Joden geloven dat Jezus de Messias is.

Opgepakt

De apostelen worden (opnieuw) opgepakt en gevangen gezet. Ze mogen niet preken over Jezus. Toch heeft de Heere andere plannen. Er moet juist gepreekt worden. Als de joodse leiders de deur dicht willen timmeren voor de prediking stuurt de Heere Jezus Zijn engel om die deur weer open te doen. Hij geeft als opdracht: ‘Spreekt in de tempel tot het volk al de woorden van dit leven’, woorden waarin Jezus Zelf centraal staat (Hand. 5:19-20). Wanneer de apostelen gehoor­zamen worden ze even later opnieuw opgebracht en vermanend toegesproken door de hogepriester: ‘Hebben wij niet ernstig aangezegd, dat gij in deze Naam niet zoudt leren? En ziet, gij hebt met deze uw leer Jeruzalem vervuld, en gij wilt het bloed van deze Mens over ons brengen (5:28).’ U roept zo het oordeel van God over ons af, is het verwijt.

Jezus is koning

Namens de apostelen neemt Petrus het woord. Inderdaad, zegt hij, jullie hebben Hem veroordeeld en omgebracht, Hem aan het hout gehangen (vgl. Hand. 5:30), maar God heeft Hem opgewekt. ‘Dezen heeft God door Zijn rechterhand verhoogd, tot een Vorst en Zaligmaker om Israël te geven bekering en vergeving der zonden’ (5:31). Jezus is door God verhoogd en aan Zijn rechterhand gezet, tot een Vorst (Leider) en Zaligmaker (Verlosser). De formulering wijst erop dat Jezus Goddelijke eer toekomt. Hij zit op de plaats naast God om te regeren (vgl. Ps. 110:1). Hij zit op de troon van David (Luk. 1:32). De titels Vorst en Zaligmaker werden in Israël uitsluitend aan God Zelf toegekend. Petrus kent ze toe aan Jezus.


De woorden in vers 30 bevatten een aanklacht tegen het Sanhedrin. Dit heeft Jezus laten doden. Tegelijk maakt Petrus in dit vers duidelijk dat de apostelen met hun leer niet alleen schuldig voor God willen stellen, maar dat ze met die leer ook woorden van leven verkondigen (Hand. 5:20)! En daarachter staat Jezus Zelf, die door middel van de woorden van leven aan Israël bekering en vergeving van zonden wil geven. Daarvoor is Hij naar de hemel gegaan, met het oog op Israël, om als Vorst en Zaligmaker Israël te geven, wat Israël als natie het meest nodig heeft (zie ook Hand. 2:38).


Deze boodschap komt overeen met wat Johannes de Doper en ook Jezus Zelf preekten (Mark. 1:4 en Mat. 4:17). Bekering is nodig. Verandering van denken en leven, het tonen van berouw. In die weg ontvangen zondaars vergeving van zonden, omdat het Lam van God de zonde der wereld wegdroeg (Joh. 1:29). In de Bijbel wordt bekering als eis gesteld. Die eis blijft staan, ook in Handelingen 5. Tegelijk maakt vers 31 duidelijk dat bekering ten diepste een geschenk is. De Heere geeft wat Hij eist. Op grond van Zijn volbrachte werk.

Israël als volk

De Heere Jezus is naar de hemel gegaan. Hij zit daar aan Gods rechterhand om bekering en vergeving te geven aan Israël. Het boek Handelingen getuigt daar vaak van. De discipelen moesten getuigen van Jezus, beginnend in Jeruzalem en Judea (1:8; vgl. Hd 5:32 en Luk 24:47). De Heilige Geest werd in het land Israël uitgestort. Ja, zelfs op Israël als volk. Er waren met Pinksteren immers honderd twintig personen bij elkaar, als vertegenwoordigers van de twaalf geslachten van Israël (Hand. 1:15 en 2:1). En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest, lezen we in Hand. 2:4. Vervolgens klonk het Woord tot de Joden en de Jodengenoten (Hand. 2:10). Het was nodig dat het Woord eerst tot Israël gezonden werd (Hand. 2:22 en 39 en 3:12 en 26). En dat alles om aan Israël bekering en vergeving te schenken.

Blijvend principe

Velen in Israël aanvaardden de boodschap van genade; velen wezen de woorden van leven helaas af (vgl. Hand. 5:33). Mede hierom gaat het Evangelie naar de heidenen (Hand. 11:18 en 13:26 en 46). Dat betekent echter niet dat de Heere Jezus ophoudt om vanuit de hemel aan Israël het ‘ene nodige’ te schenken. Ook in het tweede deel van Handelingen worden woorden van leven gesproken: tot de Joden in de synagogen van Antiochië, Ikonium, Thessalonica, Berea, Athene, Korinthe en Efeze. En later spreekt de apostel Paulus opnieuw in Jeruzalem (Hand. 22 en 23). Diezelfde Paulus benadrukt in Rom. 1:16 nog eens, dat het Evangelie een kracht van God tot zaligheid is voor een ieder, die gelooft, eerst de Jood en ook de Griek. Dat is een blijvend principe. Want de Heere Jezus zit in de hemel aan Gods rechterhand om Israël te geven bekering en vergeving.


Dit blijkt ook uit Romeinen 11. Het ingaan van de volheid der heidenen (Rom. 11:25) heeft alles te maken met het zalig worden van heel Israël. Dit betekent dat de prediking van het Evangelie wereldwijd niet alleen in het teken staat van het zalig worden van de heidenvolken, maar eveneens in het teken van het zalig worden van Israël. Zo blijft Hand. 5:31 actueel! De Heere Jezus is blijvend bezig met het geven van bekering en vergeving van zonden aan Israël. Het moedigt ons aan woorden van leven te spreken, dóór te gaan met het verkondigen van Christus (vgl. Hand. 5:42), van Hem te getuigen, zowel buiten als in Israël!

Gespreksvragen

  1. Op welke manier komt Gods trouw aan Israël in dit gedeelte tot uiting? Op welke manier in heel het boek Handelingen? Wat kunnen wij daarvan leren?
  2. Op welke manier (in welke weg) geeft de Heere vergeving en bekering aan Israël (zie ook Hand. 5:19 en 20). Wat heeft ons dat vandaag de dag te zeggen?
  3. Wat betekent het voor u dat bekering zowel een eis als een geschenk is. Hoe gaat u daar persoonlijk mee om?
  4. Welke lijn loopt er van de prediking van het Woord in onze gemeenten naar het zalig worden van geheel Israël?



Ds. G.J. Post is chr. geref. predikant te Nieuwpoort.

drs. Geert Jelle Post
Verbonden jrg. 63 nr. 4 (nov. 2019)
www.kerkenisrael.nl/verbonden

verbonden