Een pijnlijk verleden....


In haar boek The Orchard laat de Israëlische schrijfster Yochi Brandes vier rabbijnen een mystieke ervaring ondergaan eind eerste, begin tweede eeuw na Christus. Het leven van elk van deze vier mannen zou nooit meer hetzelfde zijn. In de mystieke ervaring zien rabbi Akiva en de anderen het toekomstige lijden van het Joodse volk. “Wie zal ons vervolgen, Akiva?”, vraagt zijn vrouw vlak voor zijn terechtstelling.


Paulus schrijft in de Romeinenbrief over de verhouding tussen Joden en de gelovigen uit de volken (heidenen). In hoofdstuk 11:11 stelt hij dat “de zaligheid tot de heidenen is gekomen om hen (Israël) tot jaloersheid te verwekken”. De kerk heeft een hoge roeping naar Israël toe. Israël, de oudste broeder, met wie God Zijn verbond gesloten heeft.


Hoe anders is de geschiedenis helaas verlopen. Na de mislukte Bar Kochba opstand in 133 na Christus is de scheiding tussen synagoge en kerk definitief geworden. Deze scheiding heeft voor de Joden dramatische consequenties gehad... Nadat het christendom staatsgodsdienst is geworden in Europa, zijn er vele voorbeelden van Jodenvervolging. Massamoorden gedurende de kruistochten, verbanning uit Engeland, inquisitie en gedwongen bekeringen in Spanje, antisemitisme bij Luther, pogroms in Oost-Europa. Uiteindelijk de holocaust gedurende de Tweede Wereld­oorlog. Wat is er terecht gekomen van het jaloers maken?

Nooit ver weg

Als mensen uit de éénentwintigste eeuw hebben wij in meer of mindere mate de invloed van het individualisme ondergaan. Dat strekt zich niet alleen uit naar familie- en andere verbanden in het heden, maar heeft ook invloed op onze verbondenheid met ons voorgeslacht en met hun daden in de geschiedenis. Voor een westerling kan de afstand tot de Tweede Wereldoorlog net zo ver weg voelen als de Napoleontische oorlogen: andere tijden, waar ik niet bij was.


Zo niet voor Joden in Nederland. Tijdens de ontmoeting en de gesprekken met Joodse mensen is de oorlog nooit ver weg. In juni reageerde een bestuurslid van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap op een artikel in het Reformatorisch Dagblad waarin gesproken werd over het delen van het Evangelie met Israël. Opvallend is dat hij in zijn reactie nauwelijks ingaat op inhoudelijke aspecten, zoals de vraag of Jezus de Messias is. Het grootste deel gaat over de holocaust, de ervaringen van overlevenden en de keuzes van zijn (groot)ouders na de oorlog voor het (rabbijnse) jodendom. Hij verbindt zich met het lijden en de keuzes van zijn (groot)ouders. “Laat ons met rust” is zijn verzuchting.

Christendom, Evangelieverspreiding ligt (on)bewust dichtbij vervolging...

Schuld

Het verleden dient ons als christenen bescheiden te maken. Spreken over andere tijden en contexten of het zich distantiëren van vervolging door het rooms-katholicisme en oosterse orthodoxie, zijn niet op zijn plaats. Er past alleen maar erkenning dat we als gelovigen uit de volken het tegenovergestelde hebben gedaan van Paulus’ oproep.


De Bijbel geeft duidelijke voorbeelden van schuldbelijdenis over de daden van het voorgeslacht. Denk aan het volk Israël na de ballingschap. “Na de terugkeer uit ballingschap zonderde Israël zich af (...). Ze beleden hun zonden en de ongerechtig­heden van hun vaderen” (Nehemia 9:2). Deze houding past de kerk vandaag. Schuld belijden voor de zonde van de kerk tegenover de Joden. De schuld van medeplichtigheid, de schuld van het wegkijken.


Yochi Brandes wekt in haar boek zeker geen afkeer van het christelijk geloof. Integendeel. Des te pijnlijker is daarom het laatste gesprek tussen rabbi Akiva en zijn vrouw: “Je hebt het mis, Akiva. De volken die onze God hebben aanvaard door de Nazarenen zullen Zijn volk niet vermoorden. Dat kan niet.” Yochi Brandes laat Akiva antwoorden: “De christenen zullen God verraden, Jezus verraden, Paulus verraden, de apostelen verraden. Ze zullen ons vervolgen.”

drs. Joan Bonhof
Verbonden jrg. 64 nr. 4 (nov. 2020)
www.kerkenisrael.nl/verbonden

verbonden
x