artikel Impressies van een werkbezoek (vervolg)

Impressies van een werkbezoek

(tweede en laatste deel)


Na enige ‘zaflanoet’ (geduld) van de welwillende of misschien brandend nieuwsgierige lezer(es), wordt het vervolg gegeven van het verslag van het werkbezoek van secretaris en voorzitter van deputaten aan de familie Van den Boogert, eind mei 1997.

De ‘anti-missie-wet’

De anti-missie-wet is uiteraard ook ter sprake gekomen. Een eerste lezing daarvan is door de Knesset aanvaard. Aanleiding daartoe was dat een evangelist uit de Verenigde Staten christelijke lectuur bij joodse mensen dropte. Dit leidde tot verontwaardigde tegenactie: men was niet gediend van iets waar men niet om gevraagd had. M.n. religieus-politieke partijen waren ontstemd. En nu wordt gefluisterd dat het de premier en zijn partij niet zo slecht uitkwam iets m.b.t. dit punt te doen in ruil voor steun op andere punten. Ook werd gefluisterd dat - als Netanyahu daar niets aan deed - de Arbeiderspartij wel met zo’n wet gekomen zou zijn; m.a.w.: politieke munt voor jezelf slaan uit enige vorm van ongenoegen. Er vindt nu een juridische toetsing plaats en daarna zijn er nog twee Knesset-rondes nodig én een duidelijke meerderheid. Het is nog onzeker of de beoogde wet er uiteindelijk komt. En dat betekent ook dat wij - op dit moment - er verstandig aan doen (nog) geen actie te ondernemen. Bovendien blijft dan ook nog de vraag of die wet, bij aanvaarding, ook onmiddellijk in werking zal treden.

Contacten met Nederlanders

Wat de zichtbaarheid van contacten met Nederlanders betreft, kan in de eerste plaats gedacht worden aan de Nederlandstalige kerkdiensten, waarvan ds Van den Boogert momenteel ongeveer twee-derde deel voor zijn rekening neemt. Een kleine commissie maakt het rooster voor deze diensten. Reisbureaus ontvangen ook zo’n rooster en soms kan een dienst worden ‘uitbesteed’ aan een bij een reis betrokken predikant (als men tenminste niet ergens in een hotel een eigen kerkdienst houdt).

Als organiste fungeert een (blind) Arabisch meisje uit Jemima. Zij zal - in principe - alle diensten spelen, ook als er gasten zijn, terwijl is afgesproken dat bij de gemeentezang het Liedboek wordt gebruikt. Er is naar de (vaste) bezoekers toe ook enige duidelijkheid en continuïteit nodig.

Meestal volgt ds Van den Boogert het leesrooster van de synagoge, zij het niet zo dwingend dat daarvan nooit afgeweken kan worden. Eén van de belangrijke zaken van deze diensten is dat het ds Van den Boogert helpt als predikant ‘een gezicht’ te krijgen in Jeruzalem. Welwillend en tegen lage vergoeding wordt de St. Andrew’s Church daartoe door de Schotten afgestaan. Even is de vraag aan de orde gekomen of aan de geluidsvoorziening niet enige verbetering zou kunnen worden aangebracht, bv. in de vorm van een mobiele geluidsinstallatie. Misschien helpt dat iets, hoewel daarmee de akoestiek van de kerk zélf niet verbeterd wordt. Het leek ons in eerste instantie een aardig idee dat de zendende kerk eens hierover gaat stoeien.


In het contact met Nederlanders behoort ook opvang van en contact met ‘vrijwilligers’ tot het takenpakket. Zo is dat jaren geleden al afgesproken in het ‘Vier-moderamenoverleg’, waarin Ned. Herv., Geref., Chr. Geref. en Vrije Evang. Gem. vertegenwoordigd waren. Dat overleg functioneert nauwelijks meer, gezien o.a. het ‘samen-op-weg-proces’, maar die taakaanwijzing ligt er nog wel. En dat betekent: zorgen dat je bekend bent, soms persoonlijk op zoek gaan naar vrijwilligers; van tijd tot tijd avonden (bij je thuis) organiseren en maar afwachten hóevelen aan de uitnodiging gehoor geven; en soms (meer of minder) intensief pastoraat aan een vrijwilliger-in-verdrukking.


En wie als (enige Nederlandse) predikant in Jeruzalem bezig is, kan het verwachten dat hij ook wel eens wordt gevraagd voor een of andere groep- of gemeentereis een inleiding te houden of een eindje te gidsen. Daarnaast zijn de laatste jaren ook wat hand- en spandiensten verleend aan ‘dienstverlening jongeren wereldwijd’, wanneer een groep jongeren in of rondom Jeruzalem wat werk deed. Vaak komt dan de accommodatiezorg én nog een boel andere zorg ook bij de lsraëlwerker terecht.


Omdat in Israël enkele personen en/of organisaties gesteund worden door deputaten HUBIBU, is door deze deputaten en in overleg met ons aan ds Van den Boogert gevraagd enige (beperkte) werkzaamheden met het oog daarop te verrichten. Daarbij gaat het met name om wat zakelijke informatie ten dienste van de hulpverleners. Dit werk is niet zo omvangrijk of veeleisend. Het zou wél te ver voeren wanneer ds Van den Boogert zou moeten ingaan op allerlei aanwijzingen of verzoeken van particulieren, waarbij dan zijn aandacht wordt gevraagd voor wat ‘men’ - overigens met de allerbeste bedoelingen - graag zou willen. In dat geval kan men zich beter rechtstreeks wenden tot de daarvoor geëigende instanties.

Samenwerking met deputaten

Wanneer de twee werkbezoekers ook nog lid en eind-verantwoordelijke van de redactie van ‘Vrede over Israël’ zijn, kan het niet anders of dit blad komt ook ter sprake, vooral omdat we daarin graag een bijdrage willen lezen van ‘onze man in Jeruzalem’ - als ‘t kan in elk nummer! -: een artikel, een impressie, een verslag van een bijzondere gebeurtenis of van een lezing. Niet alleen omdat hij dat best kan; we vinden het ook zinvol dat op deze wijze onze lezers uit de eerste hand worden geïnformeerd.

In dit kader is ook de vraag aan de orde gekomen of - en zo ja: op welke wijze - we aandacht moeten geven aan het 50-jarig bestaan van de staat Israël, in mei 1998. Natuurlijk krijgen we daarover een artikel uit Jeruzalem. Daarnaast hebben we elkaar ook de vraag gesteld of we er goed aan doen een of andere actie te ondernemen als blijk van onze verbondenheid met Israël. Het zou dan wel iets buiten de politieke sfeer moeten zijn; misschien vinden we een project dat met de taak van ds Van den Boogert te maken heeft of van diaconale aard.

Uiteraard is ook het komende ‘werkbezoek’ van ds Van den Boogert aan Nederland aan de orde gekomen: de tournee die hij houdt en die al helemaal volgeboekt is; een eventuele studiedag voor predikanten én een aandeel aan het bezinningsweekend van deputaten, begin oktober. Daarbij realiseren we ons terdege dat het verblijf in Nederland, - afgedacht van allerlei intern huishoudelijke regelingen en werkzaamheden - zeer arbeidsintensief zal zijn.

We konden ook nog wat doorpraten over prioriteitenstelling wat het werk betreft en over mogelijkheden tot en onderwerpen van studie, die hemzelf én de deputaten én de kerken kunnen dienen met meer inzicht en kennis.

Politiek

Een verblijf in Israël, een gesprek over het werk daar - het speelt zich allemaal af in de concrete politieke situatie van dat moment. Het was ‘vrij rustig’, eind mei, maar dat betekent ook dat er in het vredesproces niet veel ontwikkeling zit. En niet eens zoveel weken later was er die aanslag op de markt en in een van de grote en drukke winkelstraten. De ernst daarvan dringt temeer tot je door, als je als bezoeker zelf daar recent geweest bent; en nog meer dat ‘onze mensen in Jeruzalem’ bepaald nog niet wonen en werken in een ‘stad des vredes’.

Binnen de Israëlische samenleving is een diepe kloof zichtbaar - tussen orthodoxe en seculiere joden, tussen rijk en arm, tussen joden uit Ethiopië en joden uit andere landen. Toen de joden geen eigen land hadden, leefden ze in de verstrooiing; nu ze wél een eigen land hebben, is het moeilijk met elkaar samen te leven. Zo is nu de staat Israël een thuishaven voor wie zich in de diaspora bedreigd voelen; en omgekeerd kan die diaspora een soelaas bieden voor wie zich in de eigen staat niet veilig voelen. Het kan verkeren. Of - zoals ds Van den Boogert kernachtig samenvatte - : de grootste vijand van het jodendom in Israël is het jodendom zelf. Men zal daar moeten leren met elkaar te leven. Veel zaflanoet is nodig.

Tenslotte

Als werkbezoekers hebben we - kort, indringend, zo breed mogelijk, diepgaand - met br en zr Van den Boogert gesproken; over allerlei zaken. En we hebben diep respect gekregen voor de wijze waarop ze in betrekkelijk korte tijd zich daar hebben ingewerkt en een duidelijke plaats hebben gekregen in de relatie Israël - kerk.

Ik spreek in dit opzicht met opzet in meervoud, omdat ook zr Van den Boogert heel duidelijk blijk heeft gegeven van haar ingewerkt-zijn en betrokkenheid. Het is een voorrecht dat ze samen zo bezig mogen en kunnen zijn. Dat zal vanaf nu (okt. 1997) heel anders zijn, omdat nu alledrie de kinderen in Nederland zijn.

De dagelijkse bijbellezingen aan tafel waren voornamelijk uit de Psalmen. We waren toe aan Ps. 20 - en daarmee hebben we het werkbezoek, lezend, dankend en biddend, afgesloten. Daar te leven onder de Naam van Israëls God is de kracht tot en het geheim van gezegend werk.

ds. Hedde Biesma
Vrede over Israël jrg. 42 nr. 1 (feb. 1998)
www.kerkenisrael.nl/vrede-over-israel

vrede-over-israel