Column

Mijn liefde voor Israël


In juni 1967 is het begonnen: mijn liefde voor Israël. Ik was toen 15 jaar, en de Zes­daagse oorlog maakte op mij een onuitwisbare indruk.

Heel Nederland was in die dagen in de ban van de strijd van dat kleine dappere landje tegen de overmacht van vijf Arabische landen.

En toen na drie dagen bleek dat Israël een verpletterende overwinning zou gaan behalen, gloeiden we als Nederlanders van trots. Het was alsof we zelf die onbetrouwbare Arabieren een lesje hadden geleerd.

In die dagen mocht in de klas de radio aan staan. En we volgden haast van uur tot uur de vorderingen van het Israëlische leger. Alom verschenen er in ons land auto’s met achterop de sticker ‘Wij staan achter Israël’ En dat deden we ook. Als één man, een enkeling uitgezonderd.

En we raakten collectief ontroerd toen Israël het Jordaanse deel van Jeruzalem innam en er weer bij de Klaagmuur gebeden kon worden.


Die ontluikende liefde had voor mij natuurlijk wel een voedingsbodem. Ik ben op­gegroeid in een bevindelijk Christelijk Gereformeerd gezin, waar er altijd al een grote plaats was voor Israël en het Joodse volk. Niet heel sterk beredeneerd, dat niet, maar meer vanwege de verbondenheid door het Oude Testament, en vanwege de gruwel­daden richting de Joden in de Tweede Wereldoorlog.

Het Oude Testament, de oorlog, de Joden, 1948 en Israël vielen als het ware samen. Het was een ondeelbaar geheel.


Inmiddels ben ik 48 jaar ouder.

Maar, laat ik het toegeven, dat oergevoel is gebleven.

Natuurlijk ben ik kritischer geworden richting sommige politieke daden van Israël, en de Palestijnen zijn ook op mijn radar gekomen. Zeker de christen Palestijnen die het vandaag erg moeilijk hebben.

Ooit sprak ik over de West Bank en Gaza als de ‘bevrijde gebieden’, dat zal ik nu niet meer zo doen.

Maar toch…

Welnu, vanuit deze verbondenheid hoop ik de komende tijd mijn bijdragen te leveren.

drs. Andries Knevel
Verbonden jrg. 59 nr. 2 (apr. 2015)
www.kerkenisrael.nl/verbonden

verbonden