Antisemitisme in de Nederlandse samenleving anno nu


Het wil maar niet wennen. Met grote regelmaat worden we opgeschrikt door anti­semitische incidenten in onze samenleving. Ze stapelen zich inmiddels op en komen uit heel verschillende hoeken in de samenleving: een antisemitische muurschildering over een Feyenoordspeler die overstapt naar Ajax, antivaxxers die protesteren met joden­sterren opgespeld en een Haagse politieke leider die de holocaust letterlijk tussen aanhalingstekens plaatst en er afkeurend over spreekt dat joodse organisaties daarvoor zoveel aandacht vragen.


Door al die anti-joodse incidenten is antisemitisme opnieuw een prominent thema geworden in het maatschappelijke debat. Daarbinnen tekenen zich twee reacties af. Enerzijds zijn er opinieleiders die het probleem niet herkennen en vinden dat er sprake is van overdrijving. Vaak zit daar een al dan niet uitgesproken idee achter dat joden niet zo in hun slachtofferrol moeten blijven hangen. Anderzijds zijn er ook tal van personen in het publieke debat die overal antisemitisme zien en vergelijkingen met de jaren dertig en de opkomst van nationaalsocialisme maken. Zij nemen dan ook nogal snel en gemakkelijk het a-woord in de mond.

Gepolitiseerd

Beide reacties zijn gevaarlijk, omdat zij er samen voor zorgen dat antisemitisme wordt gepolitiseerd. Het wordt een instrument in politieke debatten waarmee vooral tegen­standers om de oren wordt geslagen. Links Nederland is er snel bij als er antisemitische incidenten zich voordoen op rechts en omgekeerd doet rechts dat als ter linkerzijde van het politieke spectrum anti-joodse ontsporingen zijn vast te stellen. Maar zodra het binnen het ‘eigen kamp’ gebeurt, valt het opeens stil.

In zulke gevallen wordt het duidelijk dat het begrip antisemitisme een instrument is geworden in de eigen politieke strijd. Het wordt louter gebruikt om problemen bij de ander aan te wijzen. Van reële betrokkenheid bij degenen die door antisemitisme worden getroffen, de joodse bevolking, is dan geen sprake meer.

Dit politieke misbruik van antisemitisme maakt dat we het a-woord zorgvuldig moeten herijken, om het dan ook scherp aan te wijzen waar het daadwerkelijk voorkomt. Dat vraagt om een genuanceerde, verantwoorde analyse van het probleem.

Wat is antisemitisme?

De vraag stellen is gemakkelijker dan ’m beantwoorden: wat is antisemitisme? Daar zijn inmiddels boekenkasten over volgeschreven. Heel beknopt kan gezegd worden dat het een gelaagd begrip is, dat dynamisch is en flexibel. Antisemitisme bestaat uit een verzameling van negatieve, stereotyperende opvattingen, beelden en handelingen over en tegenover joden. Dat is in de loop van de geschiedenis, vanaf de oudheid, ontwikkeld en een onderdeel geworden van het Europese collectieve geheugen. Dat wordt overgedragen door grappen, liedjes, kinderboeken, tekeningen en spotprenten, via kleine opmerkingen tussen neus en lippen door. Dat zorgt ervoor dat negatieve beelden over joden van generatie op generatie vrij geruisloos worden overgedragen. Op onverwachte momenten komen die vervolgens aan de oppervlakte.

Van allerlei anti-joodse ideeën die nu voorkomen, is de historische oorsprong vaak heel goed aanwijsbaar. Het idee van de jood als satansdienaar komt uit de late Oudheid; het idee dat joden geldbelust en onbetrouwbaar zijn in de handel is ontstaan in de Middeleeuwen; terwijl het idee dat joden een geheim complot hebben om de wereld te beheersen uit de negentiende eeuw stamt. Elk van die ideeën is de eeuwen door overgedragen, verder ontwikkeld en aangepast aan nieuwe omstandigheden. En steeds opnieuw zijn ze opgedoken.

Waarom?

Waarom duikt dat antisemitisme steeds opnieuw op? Een belangrijke oorzaak is dat antisemitisme een eenvoudig verklaringsmodel biedt voor mensen voor wie de wereld te ingewikkeld en complex wordt. Is er een economische crisis veroorzaakt door moeilijk te begrijpen financiële constructies rond hypotheken? Is er een nieuw virus in de wereld gekomen op een nog onverklaarbare wijze?

Als de verklaringen van specialisten in de media te ingewikkeld worden of vooralsnog uitblijven, duikt vaak al snel antisemitisme op. De joden zitten natuurlijk achter de economische crisis of de pandemie. Het zijn historische stereotypen die dan in een nieuw jas opduiken. Die antisemitische verklaring geeft direct helderheid: er is een duidelijke vijand en het is helder tegen wie gevochten moet worden. Antisemitisme geeft de persoon in kwestie zo weer grip op de werkelijkheid.

Waar?

Antisemitisme trekt zich weinig aan van politieke tegenstellingen. Het komt zowel in de flanken ter linker- als ter rechterzijde van het politieke spectrum voor, op schoolpleinen in steden en dorpen, in oude stadswijken met veel Nederlanders met een migratie­achter­grond en op het ‘roomblanke’ platteland. Zolang het nog helder aanwijsbaar is in extreem­rechts en -linkse flanken of bij islamitische radicalen, is het probleem nog te overzien. Zodra anti-joodse opmerkingen ook in het ‘brede midden’ gewoon gevonden gaan worden, is het echt zorgelijk. Vooralsnog blijkt uit de maatschappijbrede reacties op recente antisemitische voorvallen dat er — gelukkig — nog steeds een heilzaam taboe op antisemitisme rust. Dat is een belangrijke werende factor.

Merkwaardige combinatie

In het afgelopen decennium is wel sprake van een curieuze ontwikkeling op de extreem­rechtse flank. Daar komt steeds vaker de combinatie voor van uitgesproken pro-Israël-visies qua buitenlandbeleid, gecombineerd met antisemitische ideeën als het gaat over cultuurvisie en binnenlandbeleid. Daarbij kan aan politieke stromingen in Hongarije en Polen gedacht worden, maar ook dichterbij huis aan het Nederlandse Forum voor Democratie.

Bij deze stromingen is de achterliggende gedachte er een van islamofobie, waarbij Israël wordt gezien als een westerse voorpost in een mondiale confrontatie met de islam. Ondertussen worden breed antisemitische complottheorieën verspreid, bijvoorbeeld gelinkt aan het coronavirus of aan de joodse filantroop George Soros. Het eigen anti­semitisme wordt zo met pro-Israël-beleid verbloemd.

Antisemitisme anno 2021

Waar staan we nu als Nederlandse samenleving? Als we de huidige situatie in ogenschouw nemen is duidelijk dat antisemitisme zich nog vooral in de flanken bevindt, maar dat we moeten oppassen dat dit niet naar het brede midden van de samenleving kruipt. In de afgelopen anderhalf jaar zien we in ‘wappiekringen’ een ontzettend snelle verspreiding van complottheorieën, alternatieve waarheden en fakenews. Menig antisemitisch stereo­type wordt daarin gerecycled. Waar burgers de overheid gaan wantrouwen, geen goede kranten meer lezen en de media als bevooroordeeld wegzetten, daar krijgt antisemitisme al gauw een vruchtbare voedingsbodem.

Dit maakt dat we waakzaam en zorgvuldig moeten zijn. Waakzaam omdat we zien hoe snel complottheorieën zich kunnen verspreiden. Zorgvuldig door goed te blijven luisteren, het gesprek open te houden en de motieven van mensen te proeven. Wanneer er sprake is van antisemitisme, dan moet dat klip en klaar worden benoemd, maar dat dient wel zorgvuldig en niet gemakzuchtig te gebeuren.

Betrouwbare beelden

Uiteindelijk blijft het van groot belang om in te zetten op het bieden van goede, betrouwbare kennis over joden, de Holocaust en Israël. Het volstaat niet om anti-joodse beelden aan te wijzen, daarvoor in de plaats moeten betrouwbare beelden komen. Daar ligt een belangrijke rol voor het onderwijs, de media, maar zeker ook de kerken. In de kerkelijke verkondiging en catechese komt het joodse volk naar voren zodra de Schriften geopend worden. Dat biedt volop aanknopingspunten om het gesprek aan te gaan, verkeerde beelden aan te wijzen en betrouwbare beelden aan te reiken. Wie de Schriften met open oor en hart leest, weet zich hierbij in het spoor van de profeten en apostelen.


Een uitgebreidere versie van dit artikel verscheen in De Waarheidsvriend van 30 september 2021.

Dr. B.T. Wallet is hoogleraar vroeg moderne en moderne joodse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam.

dr. Bart Wallet
Verbonden jrg. 66 nr. 1 (feb 2022)
www.kerkenisrael.nl/verbonden

verbonden