Van belofte naar vervulling - een missionaire omslag

Een prikkelende vraag

Iets meer dan twintig jaar geleden maakte ik mijn eerste en tot nu toe enige Israëlreis. Eén van de vele dingen die mij zijn bijgebleven, is het gesprek dat we als reisgezelschap van studenten en predikanten hadden met een Joodse professor. Het was een stevig gesprek, waarin hij een duidelijk standpunt innam tegenover ons als christenen. Hij verwoordde dat in de vraag wat de komst van Jezus, volgens ons zeggen de Messias, nu eigenlijk veranderd heeft in de wereld? Wanneer je om je heen kijkt en ziet hoe de kerk en het christelijke Westen omgegaan zijn met de Joden en het Jodendom de eeuwen door, kun je dan niet met recht een groot vraagteken zetten achter dat christelijke standpunt? Hij deed dat in ieder geval wel.

Die vraag is bij mij blijven hangen. Wat heeft de komst van Jezus Christus, de Messias, veranderd, met name met het oog op Gods volk Israël? Is het concreet aan te wijzen, ook naar iemand als bovengenoemde professor, dat de komst van Gods Zoon - Jezus van Nazareth, Jood in hart en nieren - een beslissende verandering teweeg heeft gebracht?

Een missionair antwoord

Nu twintig jaar later zou ik die vraag willen beantwoorden vanuit een missionair oogpunt. Met de komst van Jezus Christus, de Messias, is niet zozeer de wereld veranderd als wel de bestaanswijze van het volk van God, de kinderen van Abraham. Het is de verandering van het Koninkrijk van God, die zich voltrekt niet alleen in individuen, maar in het collectief van Gods volk.

Van een volk dat in de oude bedeling gericht is op het bewaren (conserveren) van het geheim van het Koninkrijk - de komst van de beloofde Messias - wordt het met de komst van de Messias in de nieuwe bedeling een volk dat gezonden wordt om het Koninkrijk te verspreiden.

Rups - pop - vlinder

Om het geheim van Pasen, de opstanding van Christus, inzichtelijk te maken kan het voorbeeld helpen van een rups die zich voor een bepaalde tijd verpopt om zich vervolgens te ontpoppen als vlinder. Het nieuwe leven van Jezus Christus, het nieuwe leven van het Koninkrijk van God vindt zijn oorsprong in de beloften van het Oude Testament (rups). Tijdens de rondgang van Jezus Messias op aarde en met name in zijn lijden, sterven en begraven worden, komen die beloften in Christus samen en worden die in Hem vervuld (pop). En tenslotte wordt dat nieuwe leven van Christus door de dood heen opnieuw geboren in een nieuwe bestaanswijze, die uitloopt op Zijn verhoging en verheerlijking (vlinder).

Dit voorbeeld van de rups-pop-vlinder kan mijns inziens ook het verschil duidelijk maken tussen de bestaanswijze van Gods volk van het verbond voor en na Christus. In Christus Jezus, de Messias, ondergaat ook het joodse volk, drager van de belofte van de Messias, een beslissende verandering. Om in het beeld te spreken: in de oude bedeling leefde Israël als ‘rups’ met het oog op het ‘vlinder’ worden: een nieuw bestaan, waarvan Christus eerste is. In de nieuwe bedeling leeft Israël als vlinder: met het oog op voortplanting - de verbreiding van het evangelie, de uitbreiding van Gods Koninkrijk.

De Koning van Israël - Mattheüs 28

Het evangelie naar Mattheüs is bij uitstek het evangelie dat verkondigt dat Jezus Christus de Koning-Messias is, allereerst voor de Joden, en ook voor de Griek, de Romein, de Nederlander. Het is voluit een boek, dat de joodse cultuur en eigenheid weergeeft. In het evangelie wordt met name voor het joodse volk ‘uit de doeken’ gedaan dat Jezus de beloofde Messias is. De verwijzingen naar de profeten, naar de wet, naar Mozes maken het herkenbaar en geven het een gevoel van eigenheid - dit is joods gedachtegoed.

Het is dan opmerkelijk om te zien hoe het evangelie eindigt met een geweldig ingrijpende verandering. Er vindt door de komst van de Messias niet een complete make-over plaats van de wereld, maar van het volk van God, van het Joodse volk. Haar bestemming wordt gewijzigd. Het volk wordt meegetrokken en meegenomen in de beweging van het in Christus gekomen en komende koninkrijk van God: zij wordt van bewarende gemeenschap, die moet wachten op de komst van de beloofde Messias (belofte), een gezonden gemeenschap die wervend moet getuigen van deze Messias Christus Jezus, de Koning der koningen die alle macht heeft in de hemel en op de aarde (vervulling). En dat wervende getuigenis bestaat uit het maken van volgelingen, leerlingen voor het leven door doop en onderricht.

Op de berg

Deze verandering van bestaanswijze en van bestemming kan niet in eigen kracht worden bewerkstelligd. Het is en blijft de bestaanswijze en de bestemming van Gods Koninkrijk. En die verandering van belofte naar vervulling wordt voltooid in de komst van de Heilige Geest (vgl. Matth. 3 en 4). Hij staat garant voor die nieuwe bestaanswijze en die nieuwe bestemming.

Die vernieuwing, die vervulling, die ontpopping wordt geïnitieerd in Galilea, op de berg waar Jezus zijn leerlingen had onderricht. Opnieuw voltrekt zich de parallellie met de geschiedenis van Israël ten tijde van Mozes bij de Sinaï, waar Mozes de berg op ging om de toenmalige nieuwe bestaanswijze van Gods volk van de Almachtige te ontvangen en aan het volk te onderwijzen (vgl. Matth. 5).

Het koninkrijk van priesters, de heilige natie, Gods eigendom (Ex. 19 en 1 Petr. 2) krijgt een nieuwe bestemming en bestaansgrond: wervende getuigen zijn voor het de gekomen Koning-Messias, Jezus Christus.

Handelingen

Wie verder leest in het boek Handelingen en de latere brieven, ziet hoe de Heilige Geest kinderen van Abraham meeneemt in deze grootse en vernieuwende beweging. Joden, opgevoed in een bewarende, naar binnen en naar boven gerichte cultuur, worden getransformeerd tot naar buiten gerichte, wervende getuigen van de Messias.

Daar moeten cruciale stappen voor worden gedaan en culturele vooroordelen worden overwonnen (vgl. Hand. 10), maar God neemt zijn kinderen mee in deze beweging. De rups heeft zich ontpopt tot vlinder. Maar dat is wel wennen. En niet ieder kan deze cultuuromslag meemaken. Het vraagt een diepe verandering van binnen - het persoonlijk binnengaan van Gods Koninkrijk door water en Geest. Maar het vraagt vooral het vinden van een nieuwe identiteit als volk van God, als Jood, als kind van Abraham. Niet alleen meer kind van de belofte, maar nu vooral getuige van de vervulling.

Kerk en Israël

In mijn beleving is het Jodendom van oudsher en de eeuwen door niet een actief wervende gemeenschap geweest - de oude aard van ‘volk van de belofte’ laat zich nog steeds gelden. Daar wordt mijns inziens ook een diepe kloof zichtbaar in het gesprek en contact met het Christendom, bestaande uit Joden en niet-Joden, dat zijn identiteit van oudsher vindt in het ‘wervend getuige zijn’, het volk van de vervulling zijn.

Om als kerken in contact te treden met Israël vraagt het heel wat om elkaar te kunnen begrijpen - zeker als de identiteiten van de gesprekspartners zo divers, en misschien ook wel controvers zijn.

Breng een rups en een vlinder maar eens met elkaar in gesprek en je kunt op je vingers na tellen dat er ten allen tijde sprake zal zijn van begripsverwarring, miscommunicatie en elkaar niet begrijpen. Het is en blijft een wereld van verschil tussen het volk van de belofte en het volk van de vervulling.

En de schakel tussen beiden is die ene Persoon in wie zich de verandering voltrok en nog steeds voltrekt: Jezus Christus. Alleen in Hem vinden rups en vlinder, Israël en kerk hun ware en hun gezamenlijke identiteit.

drs. Gert Jan Brienen
Vrede over Israël jrg. 52 nr. 3 (juni 2008)
www.kerkenisrael.nl/vrede-over-israel

vrede-over-israel