Joden, christenen en het christenzionisme


De laatste tijd duikt het woord steeds vaker op: ‘christenzionisme’. Voor sommigen is het een scheldwoord, voor anderen een geuzennaam. De felle polemiek die rond de term hangt, met uitgesproken voor- en tegenstanders, leidt bij velen tot een reactie van onverschilligheid. Het is kennelijk zo lastig, dat je je maar beter niet aan Israël kan branden. Toch zou daarmee veel van de theologische winst van de laatste halve eeuw verloren gaan.

Israëlische vraagtekens

Afgelopen zomer verscheen in de Israëlische kwaliteitskrant Ha’aretz een veel­zeggend artikel van Tomer Persico, een van de meest invloedrijke analisten van religie in de staat Israël. Hij stelde een vraag die veel Israëli’s bezighoudt: waarom zijn allerlei protestanten, vooral evangelische christenen, zo dol op ons? Waar hebben we het aan te danken dat ze ons met grote sommen geld steunen, massaal naar Jeruzalem komen om een eigen versie van het Loofhuttenfeest te vieren en het in de wereldopinie voor ons opnemen?

Maar Persico en al die andere Israëli’s waren niet alleen benieuwd naar het waarom van de christelijke solidariteit, maar ook naar de achtergrond van hun politieke bemoeienis. Want waarom gaat veel van dat geld naar de nederzettingen in de bezette gebieden? Waarom steunen ze vooral rechtse politici en wijzen ze vaak expliciet een vredesverdrag met territoriale compromissen af? Waarom bemoeien ze zich eigenlijk zo met de Israëlische politiek?

De vragen van Persico geven de opinie van de doorsnee Israëli goed weer. Aan de ene kant zijn Israëli’s, die sterk het gevoel hebben alleen te staan in de wereld, blij met iedere steun die ze krijgen. Aan de andere kant zijn ze bang voor verborgen agenda’s en dubbele bodems: respecteren deze mensen ons werkelijk, of zijn wij slechts een schakeltje in een theologische eindtijdvisie die uiteindelijk ons van onze joodse identiteit wil beroven?

Kerkelijke verwarring

Niet alleen onder Israëli’s, ook in de wereldkerk wordt gevraagd naar de achter­grond van de beweging die als ‘christenzionisme’ wordt aangeduid. Want hoe verhoudt die zich tot de christelijke traditie? Wat beoogt deze beweging eigenlijk binnen de kerk te bereiken? Past de Israëlopvatting die wordt uit­gedragen wel bij het geheel van het bijbelse getuigenis?

De vele vragen, de felle discussies en de voortdurende link met de actualiteit, maakt dat het goed is om hier in kort bestek stil te staan bij het ‘christen­zionisme’ en ons af te vragen hoe dit zich verhoudt tot de theologische her­ontdekking van Israël in de naoorlogse periode, die ook de visie van onze kerken sterk stempelt.

‘Christenzionisme’ is een lastige term omdat het een hele brede en ook onderling verscheiden beweging omvat, waarbij sommigen wel en anderen juist niet zich tooien met de naam ‘christenzionisme’. Voor een deel is het ook een term die het door tegenstanders op hen gedrukt wordt. Gezien die verwarring kunnen we eigenlijk alleen maar met de nodige voorzichtigheid over ‘christen­zionisme’ bespreken. Bovendien geldt ook hier dat je een beweging op z’n beste vertegenwoordigers moet beoordelen, niet op degenen op wie je het makkelijkst kritiek kan uiten.

Zionisme en christenzionisme

Waar hebben we het dan precies over als het gaat over ‘christenzionisme’? Het is het beste om dicht bij de term zelf te blijven. Het zionisme is de joodse nationale beweging die aan het eind van de negentiende eeuw opkwam met het streven om joden, net als andere volkeren, een eigen staat in een eigen land te verschaffen. Die beweging heeft vanaf 1881 een omvangrijke migratie teweeggebracht naar het land waarnaar de joodse gebeden altijd verwezen: Israël. In 1948 resulteerde dat in de staat Israël.

Sinds 1948 is het de vraag wat zionisme nog precies betekent. Het belang­rijkste doel, de eigen staat, is immers bereikt? Een deel van de Israëlische bevolking gebruikt de term daarom niet meer. Anderen doen dat nog wel, maar met een nieuwe invulling. Ten eerste, in de meest smalle definitie, betekent het dan support leveren aan de staat Israël. Ten tweede, de doelstelling om alle joden in de wereld de mogelijkheid te verschaffen naar Israël te emigreren. Ten derde is er ook een radicale invulling van zionisme die ten doel heeft om het hele ‘bijbelse’ Israël tot het grondgebied van de joodse staat te brengen.


Christenzionisme als stroming binnen de kerken is een jong verschijnsel. Het komt vooral voor in de evangelische sector van de kerken, hoewel het ook wel op de nodige support in de gangbare protestantse kerken mag rekenen. De drie mogelijke invullingen van zionisme komen ook bij het christenzionisme voor. Christenen steunen joden dan in hun zionistische streven, leveren steun aan de staat Israël, en/of helpen joden bij migratie en/of ondersteunen het neder­zettingen­beleid.

Betekenis

Het zionisme is van grote betekenis geweest voor het joodse volk in de twintigste eeuw. Iedere theologie die joden een eigen staat ontzegt - terwijl het de legiti­miteit van de eigen natie niet in twijfel trekt -, moet kritisch bejegend worden. Dat het pure bestaansrecht van Israël door allerlei landen en ook binnen sommige theologieën nog steeds afgewezen wordt, maakt een expliciet uit­gesproken steun voor het bestaan van Israël door christenen tot een goede zaak. In die zin is christelijke steun voor de eerste invulling van zionisme niet meer dan terecht.


Bij de tweede en vooral de derde invulling zijn wel vragen te stellen. Uiteraard moet het joden waar ook ter wereld vrij staan om te emigreren naar Israël. Waar dat joden wordt lastig gemaakt of verboden, is het goed als christenen Israël daarbij steunen. Iets anders is het als christenzionisten in hun denken geen ruimte kunnen of willen maken voor joodse diasporagemeenschappen – en eigenlijk alle joden naar Israël willen brengen. Dat gebeurt dan vaak tegen de achtergrond van een eindtijdvisie, waarbij alle joden eerst naar Israël moeten terugkeren, voordat God zijn verdere plan kan ontrollen. Wij moeten God dan helpen om zijn grote eindtijdplan uit te voeren. Bij een dergelijke activistische theologie zijn veel vragen te stellen.


Dat geldt nog meer voor de derde invulling: steun aan nederzettingen in de bezette gebieden. Opnieuw gebeurt dat veelal vanuit een idee dat het héle ‘bijbelse’ land door God aan het joodse volk is toegezegd en dat in de eindtijd joden weer alles terug zullen (moeten) krijgen. De veroveringen van 1967 worden dan gezien als een volgende stap in Gods plan, na 1948. Die benadering ontneemt Israël vervolgens elke mogelijkheid om compromissen te sluiten, een Palestijnse staat te accepteren en te streven naar vrede met de Arabische buurlanden. Dit type ‘christenzionisten’ zijn dan vaak ‘roomser dan de paus’ en keren zich tegen Israëlische politici die zich voor het vredesproces inzetten.

Theologie en politiek

De eigenlijke vragen liggen vooral daar waar een uitgewerkte eindtijdtheologie gaat functioneren als een stappenplan waar Israël en christenen vervolgens aan moeten voldoen. De Israëlische Persico stelde dat ook met de nodige verbazing vast. Hij las boeken en toespraken van christenzionisten en begreep daaruit dat volgens hen na 1948 nu de herbouw van de Tempel zou moeten komen, een ‘opname’ van christenen, een joodse ‘valse messias’ als antichrist, een verwoestende oorlog en uiteindelijk een collectieve bekering van joden tot het christendom. Een dergelijke toekomstvisie komt Persico en met hem veel Israëli’s nu niet bepaald erg pro-Israël over.

Nu is het juist op het punt van eindtijdtheologie niet mogelijk om alle christenzionisten over één kam te scheren. Maar in het algemeen kan wel opgemerkt worden dat we voorzichtig moeten zijn om wat in de Schrift met beelden en metaforen wordt aangeduid, al te direct aan de actualiteit en de krant van iedere dag te koppelen.

Door de focus op zionisme is de agenda van het christenzionisme sterk gefocust op territoriale en politieke vragen en de theologische achtergrond daarvan, zoals de landbelofte. De herontdekking van Israël binnen de naoorlogse theologie heeft echter een veel bredere focus: dan gaat het om de ontdekking van de joodse Schrift, de joodse Jezus en de joodse Paulus. Dan gaan de Schriften open met het oog op het jodendom én met het jodendom. Aan de verwerking van deze belangrijke theologische vragen willen deputaten Kerk en Israël met name bijdragen. Tot zegen van Kerk én Israël.




(Dr. Bart Wallet is religiehistoricus aan de Vrije Universiteit, universitair docent joodse studies aan de Evangelische Theologische Faculteit Leuven en deputaat Kerk en Israël)

dr. Bart Wallet
Vrede over Israël jrg. 57 nr. 5 (dec. 2013)
www.kerkenisrael.nl/vrede-over-israel

vrede-over-israel