סֻכּוֹת

Loofhuttenfeest / Soekot


Het Loofhuttenfeest of soekót wordt in september/oktober gevierd, als laatste van de drie grote feesten. Leviticus 23:39-43 zegt daarover:

Op de vijftiende dag van de zevende maand, wanneer gij de opbrengst van uw land inzamelt, zult gij zeven dagen het feest des HEREN vieren. (...) Op de eerste dag zult gij vruchten van sierlijke bomen nemen, takken van palmen en twijgen van loofbomen en van beekwilgen, en gij zult vrolijk zijn voor het aangezicht van de HERE, uw God, zeven dagen lang. (...) In loofhutten zult gij wonen zeven dagen; allen die in Israël geboren zijn zullen in loofhutten wonen, opdat uw geslachten weten dat Ik de Israëlieten in hutten heb doen wonen, toen Ik hen uit Egypteland leidde: Ik ben de HERE, uw God.

(De cursieve woorden zijn terug te vinden op de voet van de etrog-doos in onze media-koffer: ‘En gij zult nemen voor u vruchten van sierlijk geboomte’)


Bij het Loofhuttenfeest hoort dus, naast natuurlijk het wonen in loofhutten, een bundel, de loelav (לוּלָב) met vier elementen: een palmtak, mirtetakken, wilge­takken, en de etróg.


Aan de vier soorten is wel een symbolische betekenis toegekend:

De etrog heeft smaak én reuk;
zo zijn er in het joodse volk mensen met tora-kennis én goede daden.
De palmtak heeft smaak maar geen geur;
zo zijn er met tora-kennis maar die het geleerde niet in praktijk brengen.
De mirte heeft geur maar geen smaak;
zo zijn er met goede daden, maar zonder kennis van de tora.
De wilgetak heeft smaak noch geur;
zo zijn er die geen tora-kennis én geen goede daden hebben.
De Eeuwige zegt:
‘neemt hen allen samen tot één bundel, vormt een éénheid;
de één zal voor de ander verzoening voor Mij doen.’


Bij het kopen van de onderdelen van de loelav gaat men zeer nauwkeurig en kieskeurig te werk. Alles moet helemaal gaaf en zo mooi mogelijk zijn! Bij de goede zorg voor een mooie loelav en een gave etrog hoort natuurlijk een mooie - soms prachtig bewerkte - ‘etrog-doos’.



Etrog-doos’


De etróg (אֶתְרוֹג) kan worden opgeborgen en bewaard in een speciale ‘doos’ - waarbij je niet aan een kartonnen doos o.i.d. moet denken; het gaat om een omhulsel, meestal van zilver, soms in de vorm van een een kistje, vaak met ongeveer de vorm van een etrog.


De etrog is een citrusvrucht (citrus medica). Hij lijkt wat op een grote citroen en heeft een fijne geur. Voor de loelav moet hij minstens de grootte van twee eieren hebben en 85 gram wegen; kroontje en stoeltje mogen niet afgebroken zijn. Hij is geel; mag in elk geval niet helemaal groen (onrijp) zijn. Hij mag geen zwarte of witte vlek vertonen; hooguit een bruine of rode. Een etrog kan eventueel onder goede omstandigheden een jaar bewaard worden.