Column

Abraham-akkoorden


Ik heb de ontwikkelingen vergeleken met de val van de Muur in 1989. Misschien is dat wat over de top, maar de recente ontwikkelingen rond de plek van Israël in het Midden-Oosten hebben toch wel iets van een paradigmawisseling.


Praktisch iedere dag krijg ik in mijn time line fascinerende berichten over de uitwerking van het aangaan van relaties van Israël, met staten als Bahrein, Dubai en Abu Dhabi.

Van onderling vliegverkeer, met de doelstelling om wederzijds duizenden toeristen naar elkaars land te vervoeren, tot Israëlische groenten en fruit in de Arabische winkels met de nadrukkelijke sticker dat de producten uit Israël komen.

Als ik de internationale pers goed begrijp, was dit nog maar het begin. Soedan en Marokko zijn gevolgd. Oman en Mauritanië worden genoemd, en Netanyahu heeft Saoedi-Arabië bezocht.


Zoals ik in 1989 met grote ogen de ontwikkelingen in Oost-Europa volgde, zo doe ik dat nu met de ontwikkelingen in het Midden-Oosten.

En ach, ik weet het wel. Eigenbelang speelt de hoofdrol. Er heerst angst voor Iran, en dan ga je als land je schurken tegen je oude, in militair opzicht, machtige vijand. En de landen waarmee Israël nu relaties is aangegaan, of dat gaat doen, zijn bepaald geen voorbeelden van democratisch geregeerde staten, om maar te zwijgen over de mensenrechten.


Gaan Bijbelse profetieën in vervulling? Dat is me allemaal te groots. Het gaat hier meer om Realpolitiek, met soms een ruige rand.

Het valt me zelfs op dat ik de laatste weken weer "profetieën" lees waarbij het oude Gog en Magog, in combinatie met Ethiopië ten tonele worden gevoerd, in een voor Israël bedreigende positie.


Kortom. Van Johannes de Heer leerden we dat we de krant naast de Bijbel mogen lezen, met name wanneer het Israël betreft. Dat doe ik ook. Maar een theo­logische duiding vind ik veel te lastig. Voorlopig ben ik al lang blij als ik in de krant over voor Israël positief nieuws lees.

A.G. Knevel
Verbonden jrg. 65 nr. 1 (jan. 2021)
www.kerkenisrael.nl/verbonden

verbonden