Op Gods heilige berg


Psalm 24 is een psalm met een melodie om krachtig te zingen als gemeentezang, passend in adventstijd vanwege het tweede gedeelte van de psalm, over de Koning Die komt. Daarmee drukken we ook ons verlangen uit naar de grote dag van de weder­komst, als Jezus Christus de grote Koning in zijn volle glorie terug zal komen. Het eerste gedeelte van psalm, waar gesproken wordt over de juiste houding bij het naderen van Gods huis, leent zich ook voor een liturgische plek aan het begin van de eredienst.


De psalm zet in de eerste twee verzen breed in met ‘de hele wereld’. God is Schepper en Eigenaar van de aarde. Met Zijn scheppende kracht zorgt Hij ervoor dat de aarde een vaste bodem krijgt en bewoonbaar wordt. Van God is alles wat de aarde vult. We kunnen bij het vullen van de aarde denken aan alle planten, dieren en mensen, waarmee God aan het begin van de geschiedenis de leegte van de aardbodem verdreven heeft (Genesis 1:2 en Psalm 104:24). We zouden ook de lijn kunnen trekken vanuit Jesaja 6:3, waar staat dat de aarde vol is van zijn heerlijkheid. Het Hebreeuwse woord voor vullen komt weer terug in het tweede gedeelte van deze Psalm in de uitdrukking Koning der ere (vergelijk ook Psalm 33:5 en Habakuk 3:3). Gods heerlijkheid zal eenmaal weer zichtbaar de nieuwe aarde vervullen.

De heilige berg

Maar, zo vervolgt de psalm, in die grote wereld is een centrum, de berg des Heren genoemd (vs.3a). Deze centrale plek wordt als een bijzondere, als een heilige plaats bezongen. Je zou de vraag kunnen stellen: wordt met deze woorden Jeruzalem als de heilige plaats bedoeld? Of specifieker de tempelberg in Jeruzalem? De psalm laat deze mogelijkheden open.

De heilige berg is in de psalmen steeds de plek waar God is (Psalm 2, 3, 15, 48 en 99). Deze berg wordt ook aangeduid met de naam Sion, vaak uitgelegd als de plek waar God woont (Psalm 9, 74, 76, 132 en 135). Ook in de profeten ontdekken we de verbindingen met Sion en Jeruzalem als het gaat om Gods heilige berg (o.a. Jesaja 8:18, 27:13 en 56:7, Joël 2:1, 3:17). De plek die al diep in het Oude Testament was aangewezen aan Abraham als offerplaats (Genesis 22:14).

Toch kunnen we de uitdrukking ‘berg des Heren’ breder duiden. Er is in de Bijbel vaker een parallel tussen hoger gelegen plekken en dichter bij God komen. De plaats waar God is, is daarmee direct ook een heilige plaats. Denk aan de ontmoeting die Mozes had op de berg Horeb bij de brandende braamstruik (Exodus 3:1). Ook deze plek wordt aangeduid als de berg Gods (4:27, 18:5 en 23:13), ook berg des Heren genoemd (Numeri 10:33). In het Nieuwe Testament lezen we dat de berg waarop Mozes en Elia een ontmoeting met Jezus hebben, ook de ‘heilige berg’ genoemd wordt (2 Petrus 1:18).

Naderen

De psalm maakt vervolgens duidelijk dat deze bijzondere plaats vraagt om een voor­bereide nadering. Een oprechte houding is vereist. Niet zozeer omdat de grond, de bodem bijzonder is. Maar omdat het gaat om de nadering van de Heilige zelf. Regelmatig worden de mensen eraan herinnerd en zelfs gewaarschuwd dat je God niet onnadenkend moet naderen. Bij de Godsopenbaring in de Sinaï wordt dit benadrukt (Exodus 19:21-25). Ook de hele bouw en de opzet van de tabernakel en de tempel lieten dit voelen. Deze woorden van voorbereiding en bewustwording hebben een sterke overeenkomst met Psalm 15. Maar Psalm 24 laat de woorden van nadering voorafgaan door de verzen over de hele wereld en sluit af met de woorden over de poorten die de grote Koning mag binnenhalen.

Gezegende ontmoeting

Deze woorden kunnen ons zwaar vallen als we deze gelovig overdenken. Want wie van ons is altijd zuiver van hart en handen? Wie voldoet aan deze voorwaarden? Gelukkig mogen we als gemeente van Christus wijzen op het offer van Christus dat Hij volbracht heeft. Hij alleen is waardig. En door Hem mogen we God naderen en Hem zelfs aanroepen als onze hemelse Vader.

Gezegend worden zij die God oprecht naderen. Die het ook bij Hem alleen zoeken. Zij worden in deze psalm aangeduid als Jakob. Dat is hier, zoals op zoveel plekken in de psalmen, synoniem met Israël. Het hoogtepunt van de wereld, en het hoogste doel van dit leven is daar, waar je tot de ontmoeting met de levende HERE mag komen en Zijn zegen mag ontvangen.

Hoge poorten

Het laatste stuk van Psalm 24 gaat over poorten die hun hoofd omhoog moeten houden. Wat zou dat kunnen betekenen? Mij is verteld dat de ingang van de Geboortekerk in Bethlehem bewust klein en laag gehouden is. Iedereen, ook koningen moeten bukken om binnen te kunnen komen. Uiteraard het beeld van nadering in nederigheid.

In deze psalm wordt gesproken over poorten die juist groter moeten worden gemaakt. Het gebeurde ook wel eens dat een koning of keizer die een stad binnen wilde gaan, niet van zijn rijtuig af wilde stappen, maar het bevel gaf om een gat te hakken in de poort, zodat hij ‘hoog’ kon blijven zitten.

Hier worden de poorten opgeroepen om zelf hun bogen groter te maken, omdat de heerlijkheid van de grote Koning dat vraagt. God hoeft niet te bukken om binnen te gaan. In de geschiedenis werden poorten voor de koningen die overwinnend van de strijd terugkwamen ook groter gemaakt om zo de grote buit binnen te brengen en samen de overwinning te vieren. In deze psalm wordt de HERE geprezen als de krachtige Held, die als overwinnaar binnen mag gaan.

Alleen de HERE

Bij het binnengaan van de Here in de stad is door sommige uitleggers wel gedacht aan het moment van het binnendragen van de ark in Jeruzalem (2 Sam. 6 en 1 Kron. 15). Omdat David als dichter genoemd wordt, is deze uitleg te begrijpen. Ook worden de woorden in de Joodse uitleg verbonden aan zijn zoon. Koning Salomo beseft de grootheid van God. Als hij klaar is met de bouw van de tempel gaat hij in gebed en spreekt zijn verwondering erover uit dat God op aarde zou willen wonen. Zelfs de grootste hemel is te klein..., laat staan dit huis dat ik gebouwd heb... (1 Koningen 8:27 en 2 Kronieken 6:18). Beide verklaringen benadrukken dat niet David of Salomo de grote Koning is, maar alleen de HERE alle eer toekomt. Die de grote overwinning zal vieren. Wat een voorrecht voor de inwoners van die heilige plaats om dit samen met Hem te mogen doen.

Gespreksvragen

  1. Wat zegt het ons dat de hele wereld van God is?
  2. Wat zou bedoeld kunnen worden met de uitdrukking ‘de berg des HEREN’?
  3. Er zijn er die vanuit Psalm 24 ook verbindingen leggen met de Hemelvaart van de Here Jezus. Kun je dat begrijpen? Of denk je bij deze psalm eerder aan Jezus wederkomst?
  4. Kennen wij ook momenten van voorbereiding en bezinning op de ontmoeting met God? Kun je daar voorbeelden van geven rond de zondagse eredienst, maar ook uit je dagelijkse leven?

Drs. F.H. Meijer is chr. geref. predikant en deputaat Kerk en Israël

F.H. Meijer
Verbonden jrg. 66 nr. 1 (feb 2022)
www.kerkenisrael.nl/verbonden

verbonden