De religieuze betekenis van het land Israël


De landbelofte aan Israël staat in heel de Tenach centraal en wordt beschreven in drie reizen. Steeds trekt Israël in opdracht van God uit ‘een land’ naar het ‘beloofde land’.


De drie reizen zijn:

  1. De Joodse geschiedenis begint met de reis van Abram en Saraï ‘uit hun land naar het land dat de HERE hen wijzen zal’ (Gen. 12);
  2. In de boeken Exodus tot Deuteronomium leidt God Israël aan de hand van Mozes uit Egypte naar Kanaän;
  3. De Tenach eindigt met de derde reis. Cyrus de Pers geeft toestemming dat de ballingen terug mogen keren naar hun land (2 Kron. 36:23).

Onafscheidelijk

Israël en het land horen blijkbaar onafscheidelijk bij elkaar, al bracht het Joodse volk meer tijd door in ballingschap dan in Israël. Waarom die verbondenheid met het land? De HERE is toch de koning van heel de aarde en kan toch overal gediend worden? Zeker, maar de HERE Zelf heeft op aarde de plek aangewezen waar Hij te midden van zijn volk wil wonen. De Here wil dat Israël op die plek een samenleving opbouwt. Hij is daar toegewijd aan zijn volk en Israël toegewijd aan Hem! Heel concreet dus, want de wetgeving in de Tora is bijna helemaal gericht op het met God leven in Kanaän.

Goddelijke aanwezigheid

De meeste wetten uit de Tora zijn alleen maar toe te passen in het door God aan Israël toegewezen land. Het gaat om het directe bestuur ervan door God. Op grond daarvan zegt God in Numeri 33:53: ‘Neem het land in bezit en ga er wonen, Ik geef jullie dit land in bezit’, dus ten erfdeel.

Valt de sociale gerechtigheid en het gevoel van goddelijke roeping weg, dan dreigt telkens weer ballingschap. Is de HERE dan niet meer bij zijn volk als het in ballingschap is?
Enerzijds wel. In Mechilta, parasja Bo 14 lezen we daarover:

‘waar ook de Israëlieten in ballingschap gingen, de goddelijke aanwezigheid ging met hen mee in ballingschap’.

Anderzijds nee. In Talmoed Ketoebot 110b staat een ander gevoelen:

‘iemand die Israël verlaat om ergens anders te gaan wonen, is als iemand zonder God’.

Spanning

De joodse traditie geeft dus een dubbel antwoord op de vraag of men God kan vinden en dienen buiten het heilige land. Rabbijn Jonathan Sacks zegt daarover: ‘Als het antwoord enkel ja was, zou er geen reden zijn om terug te keren. Als het antwoord enkel nee was, zou er geen reden zijn om in ballingschap te blijven. Op deze spanning is het joodse bestaan gebaseerd.’

Ds. C.J. van den Boogert is oud-Israëlpredikant.
Dit artikel is gebaseerd op een gelijknamige bijdrage in NUMERI. Boek van de woestijnjaren van Jonathan Sacks.

C.J. van den Boogert
Verbonden jrg. 67 nr. 1 (jan 2023)
www.kerkenisrael.nl/verbonden

verbonden