Onder de Choepa
over het Joodse huwelijk
Het is niet goed alleen te zijn
Het aangaan van een huwelijk wordt in het Jodendom niet gezien als een mogelijkheid waar iemand al of niet voor kan kiezen, maar als een door God aangegeven weg om te gaan. Had niet God zelf bij de schepping van de mens gezegd (Genesis 2:18): ‘Het is niet goed, dat de mens alleen zij. Ik zal hem een hulp maken, die bij hem past’? Deze woorden over het samenleven van man en vrouw zijn bepalend geworden voor de Joodse gemeenschap. Celibatair leven wordt dan ook niet aanbevolen. De eenheid van man en vrouw symboliseert het verbond van God met de mensen.
Het doel van het huwelijk is samen mens te zijn, kinderen te verwekken en de opbouw van de gemeenschap te dienen. Het verwekken van kinderen is het eerste gebod in de Schrift (Genesis 1:28). Joden zien als vervulling van dit gebod de geboorte van een zoon en een dochter. Door het huwelijk is er continuïteit van het menselijk geslacht. Ook worden er door het huwelijk hechte verbanden gelegd in het maatschappelijke leven. In religieus opzicht wordt het gezin gezien als een heiligdom in het klein. Het Joods godsdienstig leven vindt voor een belangrijk deel thuis plaats.
Er is sprake van een Joods huwelijk wanneer beide partners behoren tot het Joodse volk. Is één van beide niet Joods, dan is ook het huwelijk niet Joods. De partnerkeuze is vrij. Bepaalde groeperingen in het Jodendom kennen de figuur van de huwelijksmakelaar. Een bemiddelaar tussen de ouders van huwbare kinderen. Voor een priester (cohen) is de partnerkeuze niet helemaal vrij, want de Joodse wet bepaalt dat hij niet mag trouwen met een gescheiden vrouw of met een vrouw die tot het Jodendom is overgegaan.
De huwelijksvoorbereiding
Het is niet noodzakelijk een rabbijn te betrekken bij de voorbereiding en de sluiting van een Joods huwelijk. Toch wordt het aanbevolen. Om verschillende redenen. Allereerst om het aanstaande bruidspaar te onderwijzen in de ‘geestelijke’ betekenis van een Joods huwelijk. Verder om er zeker van te zijn dat de (Joodse) antecedenten van beide partners juist zijn. En vervolgens ook om voor de toekomst zeker te zijn dat het huwelijk goed is geregistreerd.
De keuze van de trouwdatum is vrij, al moet het bruidspaar wel rekening houden met bijzondere dagen op de Joodse kalender. Ze wordt er niet getrouwd op de sabbat, ook niet op feestdagen en evenmin in perioden van rouw. Een populaire dag om te trouwen is de dinsdag, omdat in Genesis 1:9-13 van deze dag twee keer vermeld wordt: ‘en God zag, dat het goed was.’ Men zegt: één keer voor de bruidegom; één keer voor de bruid.
In orthodox Joodse kringen gaat aan het eigenlijke huwelijk iets vooraf wat lijkt op een verloving (eroesien). Omdat het huwelijk ook een overeenkomst is — met een gewijd karakter — worden er van te voren afspraken gemaakt. Deze afspraken betreffen niet alleen de huwelijksdatum en allerlei regelingen, maar ook de bruidschat, de mogelijkheid voor de bruidegom om zich te (blijven) wijden aan de studie van de talmoed, en andere dergelijke zaken. Deze afspraken worden beklonken door middel van de verloving, waarbij de bruidegom een ring schuift aan de vinger van de bruid en uitspreekt in vlekkeloos hebreeuws: ‘Jij bent mij geheiligd door deze ring volgens de wet van Mozes en Israel.’ Hoewel nog niet getrouwd, zijn bruidegom en bruid nu voor elkaar bestemd en kunnen ook niet zonder ingrijpende gevolgen uit elkaar. In veel gevallen echter zal de verloving (eroesien) samenvallen met de huwelijkssluiting (kidoesjien, letterlijk: heiliging).
Nog één element van voorbereiding willen we noemen. Het betreft het rituele bad, de mikwe. De bruid wordt geacht voorafgaande aan het huwelijk zich te reinigen. Een mikwe is een speciaal badhuis, dat ook op andere momenten een rol speelt in het gelovige leven van zowel mannen als vrouwen.
Hoe het huwelijk voltrokken wordt
Joodse burgers zullen, naar de gebruiken van het land waarin zij wonen, hun huwelijk sluiten voor de burgerlijke stand.
Op de huwelijksdag zelf zullen bruidegom en bruid, omdat het één van de belangrijkste dagen van hun leven is, de ernst van het aangaan van de huwelijksband erkennen door de dag te beginnen met vasten en bidden.
De voltrekking van het Joodse huwelijk kent drie elementen:
- het overhandigen van een ring (voorwerp van waarde);
- het samenkomen van bruidegom en bruid in een aparte ruimte;
- het voorlezen van de huwelijksakte die door minstens twee getuigen is ondertekend.
Wanneer aan de drie elementen is voldaan is het Joodse huwelijk een feit.
Het overhandigen van de ring is het eerste onderdeel van de huwelijkssluiting. Het kwam al ter sprake bij de voorbereiding van het huwelijk, de eroesien. We maakten er toen al melding van, dat dit onderdeel plaats vindt een tijd voor de huwelijksdag, maar meestal op de huwelijksdag zelf. Het bruidspaar is naar de synagoge gekomen en onder begeleiding van de ouders, of van familie en vrienden, gebracht onder de choepa, de baldakijn. Als er nog geen aparte verloving is geweest zal er een welkomstzang worden gezongen en houdt de rabbijn een korte toespraak.
Vervolgens drinken bruidegom en bruid wijn uit één beker, waarbij de rabbijn een lofprijzing uitspreekt over de wijn. Ook zegt hij een zegening over de naam van Israëls God die zijn volk heeft geheiligd met voorschriften voor het huwelijk. Nu overhandigt de bruidegom de ring en spreekt de Hebreeuwse woorden. In sommige Joodse kringen doet de bruid hetzelfde.
Het tweede onderdeel van de huwelijkssluiting is het samen delen van één ruimte — de beleving van eenheid. Dit wordt gesymboliseerd door de choepa, waaronder het bruidspaar heeft plaats genomen. Nu zijn zij één.
Het derde onderdeel is het voorlezen van de huwelijksakte (ketoevah). Het is een document van ongeveer 2500 jaar geleden, waarin allerlei bepalingen over het huwelijk zijn opgenomen. De taal van het document is Aramees, de taal die ten tijde van Jezus in Israël werd gesproken. In deze taal wordt de acte ook voorgelezen. Maar omdat bijna niemand deze taal verstaat, is het de gewoonte geworden om gedeelten ervan in de landstaal voor te lezen. Hierna worden er weer liederen gezongen en gebeden gezegd. Er worden bij een beker wijn zeven lofzeggingen gereciteerd over het huwelijk. Een paar ervan geven we hier weer (uit het gebedenboek Siach Jitschak, uitgave van het Ned. Israelietische Kerkgenootschap, 3e druk 1986, pag. 390):
‘Geloofd zijt Gij, Eeuwige, onze God, Koning der wereld, Schepper van de vrucht van de wijnstok.
Geloofd zijt Gij, Eeuwige onze God, Koning der wereld, Vormer van de mens.
Geloofd zijt Gij, Eeuwige, onze God, Koning der wereld, die blijdschap en vreugde geschapen heeft, bruidegom en bruid, jubel en gejuich, vrolijkheid en opgewektheid, liefde en broederschap, vrede en vriendschap...
Geprezen zijt Gij Heer, die de bruidegom verheugt met de bruid.’
Opnieuw wordt door bruidegom en bruid wijn gedronken uit één beker.
Nu is het moment aangebroken dat de bruidegom een glas kapot gooit of stuk trapt. Het doel hiervan is tweeledig. Het is een herinnering aan de verwoesting van de tempel. En tevens een uiting van het besef dat de wereld nog altijd onverlost is. Zelfs de grootste vreugde, zoals bij een huwelijk, is hier in deze wereldtijd niet volmaakt. Wanneer het glas aan stukken ligt roepen alle aanwezigen: mazzel tov, veel geluk! Scherven die geluk brengen. Scherven die helpen om ook in het huwelijk realistisch te leven.
Na de voltrekking van huwelijk breekt het moment aan dat het feest kan beginnen. De dag begon met vasten, maar zal eindigen met feestelijkheden. Er zal gemusiceerd worden en gedanst, gegeten en gedronken. Op verschillende momenten tijdens het feest zullen de zeven lofzeggingen over het huwelijk worden herhaald.
En als het nu niet goed gaat?
De glasscherven kunnen ook een symbool worden van het eigen huwelijk. In dat geval is er de mogelijkheid van echtscheiding. Daarvoor is niet voldoende dat het huwelijk ontbonden wordt volgens de regels van de burgerlijke samenleving. Er is meer voor nodig. Deut. 24 wijst daarin de weg. De procedure is als volgt: de man geeft de opdracht tot het schrijven van een echtscheidingsbrief (get). Dit gebeurt onder toezicht van een rabbijnse rechtbank. Vervolgens wordt de brief overhandigd aan de vrouw, die verplicht is deze in ontvangst te nemen. Zij moet dus meewerken aan haar eigen echtscheiding. Door de get zijn beide partners vrij om een nieuw huwelijk aan te gaan.
Als echter de vrouw de echtscheiding wil, maar de man niet, ontstaat er een groot probleem. Want de vrouw is niet gerechtigd een echtscheidingsbrief te laten opstellen. En zonder get is er geen echtscheiding. De partners blijven aan elkaar verbonden.
Gaan man en vrouw uit elkaar zonder echtscheidingsbrief, dan is er geen echtscheiding en blijft de vrouw een gebondene (agoena). Ze kan geen nieuw huwelijk aangaan.
Eventuele kinderen die geboren worden uit een niet legitieme verbintenis worden mamzer genoemd (geborenen uit een verboden relatie). Voor deze kinderen is het later heel moeilijk om toestemming te krijgen voor een Joods huwelijk.
ds. Rien Vrijhof
Vrede over Israël jrg. 53 nr. 3 (juni 2009)
www.kerkenisrael.nl/vrede-over-israel