boek: Hebreeuwse woordenHebreeuwse woorden


Woord Verklaring Zie verder
אפיקומן afikoman stuk matse dat vóór de sedermaaltijd wordt verborgen; de kinderen moeten het zoeken; de sedermaaltijd wordt hiermee afgesloten. Pesach
בר מצוה bar mitswa Joodse jongen die 13 jaar wordt, ‘religieus meerderjarig’ (lett.: zoon van het gebod) Bar mitswa
בת מצוה bat mitswa Joods meisje dat 12 jaar wordt, ‘religieus meerderjarig’ (lett.: dochter van het gebod) Bar mitswa
ברכה beracha Zegenspreuk, lofprijzing (lett.: zegen). Meervoud: berachot V.o.I. 44/3
חלה chala Gevlochten brood, dat gebruikt wordt bij de Sjabbat-maaltijd De Sjabbat
חמץ chameets Gegist (oftewel ‘gezuurd’) deeg Pesach
חנוכה Chanoeka Viering van de herinwijding van de tempel in 165 v.C. Chanoeka
ארץ èrèts Land, aarde; met name gebruikt voor het land Israël, èrèts Jisra’eel
אתרוג etrog Citrusvrucht (lijkt op een citroen, maar is groter) - onderdeel van de loelav Het Loofhuttenfeest
גוי goj Volk; met name gebruikt voor ‘de volkeren’ buiten Israël, de heidenen. Meervoud: gojiem
הלכה halacha Het normatieve, voorschrijvende deel van de mondelinge tora. Meervoud: halachot V.o.I. 44/4
הבדלה havdala Afsluiting/afscheid van Sjabbat of feestdag Havdala
ישראל Jisraeel Israël
יום כפור Jom Kipoer Grote Verzoendag Jom Kipoer
כפה kipa Keppel (ook: jarmoelke)
לולב loelav Boeket met palmtak, mirtetak, wilgetak en etrog; gebruikt bij Soekot Het Loofhuttenfeest
מצה matsa Ongezuurd brood, matse. Meervoud: matsot Pesach
מנורה menora Kandelaar; met name is te denken aan de 7-armige kandelaar, één van de bekendste symbolen van Israël V.o.I. 42/3
מזוזה mezoeza Kokertje aan de deurpost met gedeelten uit de Tora De mezoeza
מדרש midrasj Rabbijnse schriftuitleg (lett.: onderzoek)
משנה Misjna Oudste, maatgevend geworden verzameling van halachot, vastgelegd rond 200 na Chr. V.o.I. 47/3
מצוה mitswa Gebod
נטילת ידים netilat jadajiem Handen wassen, als ritueel bij de maaltijd
פסח Pesach Paasfeest - viering van de bevrijding uit Egypte Pesach
פורים Poeriem Lotenfeest - viering van de bevrijding d.m.v. Ester Poeriem
קדוש kidoesj Heiliging; begin van de Sjabbat of feestdag De Sjabbat
ראש השנה Rosj Hasjana Joods Nieuwjaar Rosj Hasjana
סבלנות savlanoet Geduld V.o.I. 42/1
סדר seder (lett.: orde - nl. van de) Pesach-viering, met een maaltijd Pesach
שמחת תורה Simchat Tora ‘Vreugde der Wet’ - gevierd op de dag na loofhuttenfeest De Tora
שבת Sjabbat Sjabbat, of Sabbat; de zevende dag = rustdag De Sjabbat
שלום sjalom Vrede
שבועות Sjavoe’ot Wekenfeest - 7 weken na Pesach Het Wekenfeest
שואה sjoa ‘Vernietiging’: de massale vernietiging van de Joden tijdens de tweede wereldoorlog V.o.I. 41/1
שופר sjofar (Rams-) hoorn, gebruikt als bazuin Rosj Hasjana
סכות Soekot Loofhuttenfeest Het Loofhuttenfeest
טלית talliet (Gebeds-) mantel, met aan alle vier de hoeken ‘gedenkkwasten’ De talliet
תלמוד Talmoed Verzameling van discussies van rabbijnen over de misjna, tot 400 à 500 na Chr. V.o.I. 47/3
תפלין tefilien ‘Gebedsriemen’ - worden aangelegd op de arm en het voorhoofd De tefillien
תנך Tenach Het Oude Testament: Wet, profeten en geschriften (Tora, Nevi’iem en Chetoeviem)
תשובה tesjoeva Bekering, ommekeer V.o.I. 45/2
תורה Tora (Boekrol met) de eerste vijf bijbelboeken. Vaak vertaald met ‘Wet’ - beter is: ‘Onderwijzing’. De Tora
ציצית tsietsiet ‘Gedenkkwasten’, die aan de hoeken van de talliet zijn gemaakt De talliet